(Mude(n). Voormalig stadje, nu een dorp, binnen de gemeente Sluis in West Zeeuws-Vlaanderen; 52 inw. (1982); gelegen 1 km ten westen van de stad Sluis, nabij de Belgisch-Nederlandse grens.
Vóór 1880 was St.-Anna Ter Muiden een zelfstandige gemeente.Het zeer idyllische dorp met zijn markante, vierkante 14e-eeuwse toren, zijn lage huisjes aan een lang keienpleintje met dorpspomp (uit 1789), groenstroken en geschoren linden, geniet een grote bekendheid en is sedert 1967 beschermd dorpsgezicht in de zin van de monumentenwet. Het dorp was en is een geliefkoosd oord voor schilders en schrijvers.
Wapen:
Het stadszegel van 1309 vertoont een omgekeerd anker tussen een ster en een wassenaar. Sinds de 18e eeuw staat het anker in normale positie; de ster is vervangen door een zon en zo is het wapen op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd. Het anker tussen zon en maan symboliseert de haven en het getij in het Zwin. De merkwaardige schildhouder is een griffioen, een combinatie van adelaar en leeuw.
Varia:
Kermis op de vierde zaterdag na Pasen vanaf des namiddags 12 uur tot de daarop volgende dinsdag 2 uur.
Monumenten:
De zware 14e-eeuwse kruisingstoren is het restant van een grote kerk die tijdens de 80-j arige oorlog werd verwoest .Het interieur van de toren toont de vier toegangsbogen naar de vroegere kerkramen. Tegen de zuidzijde van de toren bouwden de protestanten in 1653 een kerkje van twee traveeën en een kleine consistorie. Bij opgravingen in 1962 vond men grafschilderingen. Ook werd een deel van de funderingen van de oorspronkelijke kerk blootgelegd. Aan de rand van de oude begraafplaats zijn in de bodem zogenaamde → kinderpotten aangetroffen, potten waarin de overblijfselen van doodgeboren, althans ongedoopte kinderen die in het nietgewijde gedeelte van het kerkhof waren begraven. Het raadhuisje van St.-Anna ter Muiden dateert uit het midden van de 17e eeuw maar het werd in de 18e eeuw zowel in- als uitwendig grondig verbouwd.
De huisjes langs het dorpsplein gaan ten dele nog terug tot de 17e eeuw; in hun uiterlijke verschijning tonen zij echter een 18e- en begin 19e-eeuws karakter. De monumentale pomp op het marktplein draagt de inscriptie S.P.Q. St. A., hetgeen betekent: Senaat en Volk van St.-Anna.
Het oude raadhuisje van St.-Anna ter Muiden, dat nu dienst doet als tentoonstellingsruimte.
Geschiedenis:
Mude is waarschijnlijk omstreeks 1200 ontstaan aan de linker oever van het Zwin. De plaats wordt het eerst vermeld in 1213 toen een Engelse vloot in het Zwin een inval deed. Vissers en handelaren brachten de plaats al spoedig tot welstand. Gravin Johanna van Vlaanderen verleende in 1242 aan Mude het stadsrecht van Brugge en de poorters van Mude werden vrijgesteld van tol in het gehele havengebied van het Zwin.
In 1252 werd Mude lid van de Vlaamse Hanze te Londen. Het hoogtepunt van bloei werd in de 13e eeuw bereikt. In het begin van de 14e eeuw verplaatsten veel kooplieden hun bedrijf naar de kust, waar een Nieuw-Mude ontstond. In 1385 werd Mude door de Engelsen geplunderd en verbrand en in 1405 nogmaals door hen veroverd om van daaruit Sluis te belegeren. In 1437 werd het stadje door de Sluizenaren verbrand, in 1483 door aartshertog Maximiliaan geplunderd. In het einde van de 14e eeuw begon de verzanding van het Zwin een groot probleem te vormen; tussen Sluis en Mude was deze zeearm al vrij smal geworden.
In het begin van de 15e eeuw verkeerde het hele kustgebied in een zeer desolate toestand en ook Mude ondervond de terugslag. In de 80-jarige oorlog werd het plaatsje geheel verwoest. Daarna woonden er nog slechts enkele landbouwers.
De parochie St.-Anna ter Muiden behoorde tot het dekenaat Brugge en na 1561 tot dat van Damme. De abdij van St.-Quintinus in Vermandois bezat het collatierecht. St.-Anna genoot hier een bijzondere verering, wat vooral bleek gedurende 14 dagen na St.-Jan.
Op deze dagen golden hier bepaalde privileges.
Na 1604, toen prins Maurits Sluis veroverde behoorde St.-Anna tot het gebied dat noch aan de Staten noch aan de Spanjaarden behoorde. Het stond echter onder bescherming van Sluis. Bij het sluiten van het twaalfjarig bestand in 1609 kwam St.-Anna buiten het gebied van de Staten te liggen, tot in 1611 de grens werd herzien. St.-Anna is een sprekend voorbeeld van een gemeente die in de 80-jarige oorlog godsdienstig heen en weer werd geslingerd. De eerste predikant in St.Anna was C. Truijens (Trucenius).
Vanaf 1855 tot 1860 heeft hier als predikant gestaan de bekende kerkhistoricus H. Q. → Jansen. Zie ook → Vrije van Sluis.
LITERATUUR
Buysse, Sluis in oude ansichten. Bukkens, Kerkgeschiedenis van Sluis. Nieuws Bulletin KNOB 15 (1962), 2, kolom 25-26 en 5, kolom 68. Vicomte de Ghellink Vaernewijck, Sceaux et armoires, 318-319. Zie verder bibliografie, topografische ingang