Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

SIRJANSLAND

betekenis & definitie

(’s-Heer Jansland of Serjanslant, Klein-Dreischor of NieuwDreischor). Dorp binnen de nieuwe gemeente Duiveland, vóór 1 januari 1961 gemeente Oosterland; 231 inw. (1980); oude heerlijkheid en parochie.

Wapen:

Dit is het wapen van → Duiveland met toevoeging van drie schapen op schorren, die ongetwijfeld zijn ontleend aan het wapen van → Dreischor; zij zouden de drie schorren, Beider, Maye en Sirjansland voorstellen. Het wapen werd aldus op 31 juli 1817 voor de gemeente bevestigd.

Ook de wapenkaart van Smallegange (1696) geeft het al, maar in andere kleuren.

Monumenten:

Het laat-gotische kerkje werd door de watersnoodramp van 1953 zodanig aangetast dat het in 1958 moest worden gesloopt; de middeleeuwse muurschilderingen, met o.a. Sint-Andries, zijn aan de zorgen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (Zeist) toevertrouwd; zij gaan echter in kwaliteit achteruit. De huidige kerk werd op 17 november 1959 in gebruik genomen. Ten oosten van Sirjansland ligt het → Dijkwater (natuurreservaat).

Geschiedenis:

Sirjansland is als een eiland bedijkt in 1305. De vermoedelijk nog in de 14e eeuw zelfstandig geworden parochie behoorde aan het kapittel van Oudmunster te Utrecht. De kerk was gewijd aan Johannes de Doper. Na de Reformatie is Sirjansland tot 1660 geholpen door de gemeenten van Duiveland en kreeg toen een eigen predikant in de persoon van J. Boeye.

LITERATUUR

S. Muller Hz., De indeeling van het bisdom. Grijpink, Register op de parochiën. J. W. te Water, Kortverhaal. Van der Baan, Naamlijst predikanten Sirjansland.

< >