Toen per K B. in 1818 de gilden waren opgeheven werden verenigingen opgericht, die eenzelfde karakter hadden als de gilden nl. militair èn sportief. Deze werden toen schutterijen genoemd.
Over de schutterij te Zierikzee schreef F. Nagtglas. Vergelijkbaar met de vroegere → gildepenningen kwamen nu insignes in gebruik, meestal van zilver, met oog en ring, waaraan een zijden strik in de kleuren van de gemeente of van de vereniging. Dergelijke insignes hadden de handboogschutterij ’Eensgezindheid’ te Middelburg en de schietvereniging ’ Altijd in roeren’ te Goes, terwijl o.m. die van de Koninklijke Handboogschutterij ’Willem III’ te Vlissingen meer geleken op onze hedendaagse sportmedailles. Een goed voorbeeld daarvan was ook de door E. Alard ontworpen penning ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de doelmaatschappij ’de Grensschutters’ te Koewacht, met profielportret van Koningin Wilhelmina op de vz 1896.LITERATUUR
Nagtglas, Mijn leven. Wigman, Mussen in hei koren.
