(Haemdtopus ostrdlegus); Sch.: lieven; D.: Zêêlieven; W., Z.B.: strandikster, zêêikster; Z.B.: kluut; Z.VL: zeeekster). In Zeeland talrijke broedvogel van o.a. graslanden, zandplaten en duinen.
Zeer talrijke doortrekker en wintergast op de slikken van de zeearmen. Het Deltagebied, met name de Oosterschelde met ruim 100.000 overwinteraars, is één van de belangrijkste overwinteringsgebieden van deze soort steltloper in Europa. Bij hoog water op de slikken waar te nemen, in grote groepen op schorren, bouwlanden en in inlagen. Goede plaatsen om deze ’hoogwatervluchtplaatsen’ van scholeksters en andere steltlopers te zien zijn bijv. de Flaauwers-Weevers inlagen op Schouwen en het schor bij Kats op Noord-Beveland.