Mr. (Amsterdam 3 december 1814 - 14 maart 1881). Ontvanger der Registratie eerst te Nijkerk later te Hulst; lid Tweede Kamer der Staten Generaal; lid Provinciale Staten van Zeeland; lid Raad van State.
Grondlegger van de Hypotheekbanken in Nederland. Op nauwelijks 25-jarige leeftijd wendde hij zich met een volledig uitgewerkt plan voor oprichting van een staats-hypotheekbank tot koning Willem 1(1840). Ongunstige adviezen o.a. in de Kamer van Koophandel te Rotterdam en zelfs van de Commissie van landbouw in Zuid-Holland stonden de verwezenlijking van dit plan in de weg. Enige jaren later liet hij het idee van een staatsbank varen en zond in 1848 bij de Z.L.M.(hij was lid van de afdeling Hulst) een ontwerp voor statuten voor een particuliere hypotheekbank in. Hoewel dit ontwerp zeer gunstig werd ontvangen, kwam het evenmin tot uitvoering, omdat het onmogelijk bleek het benodigde maatschappelijk kapitaal(400 aandelen a ƒ 500) bijeen te brengen. Tenslotte zag hij in 1861, met behulp van dr Sarphati, door oprichting van de Nationale Hypotheekbank te Amsterdam, zijn ideeën verwezenlijkt.Bachiene kende ook anderszins sterke sociale belangstelling. Zo bepleitte hij recht van schadevergoeding voor de pachter bij opzegging van de pacht. In opdracht van de 12e sectie(Hulst) van de Z.L.M. schreef hij in 1848 een ‘Memorie betreffende een voorstel tot het beramen van middelen tot verbetering van den zedelijken en materiëlen toestand van den arbeidende klasse in de landbouwende gemeenten in Zeeland1; een studie die een goed beeld van de heersende ellende gaf en die leidde tot instelling van een speciale commissie, die in 1849 ter zake rapporteerde.
LITERATUUR
Van Nierop en Van Vliet, Hypotheekbankbedrijf, 326337. Van Vliet, Hypotheekbanken, 361-376.