Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

OUD-’s-GRAVENHOEKPOLDER

betekenis & definitie

Verloren polder aan de noordzijde van NoordBeveland, ten noorden van de → Nieuw Noord-Bevelandpolder; oppervlakte ca. 182 ha; geïnundeerd in 1732.

De inpoldering kwam in 1656 gereed. De polder, die behoorde tot de heerlijkheid ’s-Gravenhoek, heette aanvankelijk ’s-Gravenhoekpolder en werd ook wel Plaet-of Layeplaatpolder genoemd. Na de totstandkoming van de Nieuw-’s-Gravenhoekpolder werd de naam gewijzigd in Oud-’s-Gravenhoekpolder.

Bij de vloed van 26 januari 1682 inundeerde de polder. De stroomaanval werd Oud’ s-Gravenhoek tenslotte fataal. Na een voortdurend prijsgeven van gebied (inlagen) inundeerde de polder nogmaals in november 1732 om niet meer herdijkt te worden.

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.

< >