Eén van de drie wateringen of dijkgraafschappen waarin Noord-Beveland sinds de tweede helft der veertiende eeuw tot 1530 was onderverdeeld. Voordien bestonden er op het eiland twee dergelijke districten: Noord-Beveland Beoosten en Bewesten Wijtvliet.
Naast Oosterderdendeel waren er het → Middelderdendeel en het → Westerderdendeel. Binnen het Oosterderdendeel lagen de kernen Soeke, Koningsheim, Welle, Hamerstede, Emelisse, Edekinge, Cats en Cortkene. In deze watering lagen o.a. ook de kreek de Waal en het Boomvliet, dat via de Boomvlietse sluis tussen Cats en Cortkene in verbinding stond met het Zuidvliet (later Zandkreek geheten).
Voor het dijkonderhoud kregen de ingelanden van een dijkgraafschap bij loting een dijkvak aangewezen. Dit systeem werd in Holland verhoefslag of ‘naar den hoefslag’ genoemd (omslag per hoeve).
De wateringen stonden op zichzelf en moesten alleen onderling hulp verlenen bij dijkvallen en bij het leggen van inlagen. Tegen 1500, toen de algemene toestand verslechterde door het gepaard gaan van de al eeuwen voortschrijdende bodemdaling met een sterke stijging van de zeespiegel (transgressie), ging deze zelfstandigheid grotendeels teloor. Centrale maatregelen werden genomen, zoals het heffen van buitengewoon geschot; ook werd er het college van de Staten van Noord-Beveland opgericht (van een opperdijkgraaf was al eerder sprake). Dergelijke centraliserende maatregelen waren typerend voor het Bourgondisch-Oostenrijks bewind. Doch ondanks alle regelingen bleven misstanden bestaan. Zo werden de dijkgraafschappen verpacht en beschouwde men het ambt van dijkgraaf als een erefunctie. Aan het peilen van de hoogte der dijken dacht men niet en bij moeilijkheden, zoals er rond de eeuwwisseling steeds meer rezen (in 1510 inundeerde in het Westerderdendeel de St.Janspolder), waren er geen gegadigden voor de functie van dijkgraaf.
Bij ordonnantie van 2 maart 1530 voerde Karei V een soort vierjarenplan in voor Noord-Beveland, dat o.a. dijk verbreding en -verhoging inhield. Deze werken werden echter verhinderd of gestoord door de St.Felixvloed op 5 november van dat jaar, bij welke heel Noord-Beveland, dat a.h.w. onder één dijk lag, onderliep. Pas aan het eind van de 16e eeuw begon men met herdijking.
LITERATUUR
De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen I.