Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

OOGSTGEBRUIKEN

betekenis & definitie

Gebruiken die in Zeeland vrijwel overal met elkaar overeenkwamen en thans vrijwel verdwenen zijn. Wel waren er typische verschillen tussen die welke bij de graan- en hooi-oogst en die welke bij de koolzaadoogst golden (zie → zaaddorsen).

Op Walcheren riep men dikwijls de hulp in van de Westkappelaars, die harde werkers waren. Doorgaans was de gerst het eerst rijp, vervolgens de tarwe. Wanneer het laatste voer in de schuur was gebracht ging de sukerkomme rond of trakteerde de boerin op een borrel en vervolgens op oogst- of taskoeken (wafels), pannekoeken of reuzel-(smoute-)bollen, in het Land van Kadzand op dikke koeken. Op de wagen die het laatste voer droeg werd een wilgetak (meitak of meie genoemd) geplaatst, die de boer aan een der hekpalen bevestigde en er maandenlang liet zitten.LITERATUUR

Vader, Oogsttijd op Oud-Walcheren. Ghijsen, Woordenboek, 632.

< >