Als actiegroep heeft de particuliere natuur-, landschaps- en milieubescherming zich in Zeeland ontwikkeld als een reactie op maatschappelijke ontwikkelingen, die afbreuk deden aan het totale landschapsbeeld.
In vergelijking met andere provincies is die ontwikkeling vrij laat op gang gekomen. Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat eerst sinds de jaren ’60 sprake is van zodanige maatschappelijke ontwikkelingen dat het aanwezige areaal aan natuur en landschap vrij snel verminderde. Als oorzaken hiervan kunnen worden genoemd de uitvoering van het Deltaplan (als maatregel na de watersnoodramp van februari 1953) en de daarmee gepaard gaande ontsluiting van Zeeland.
De landspolitiek met betrekking tot het zeehavenbeleid bracht grootschalige industrieën naar de provincie en deze introduceerden er begrippen als water-, bodem- en lucht verontreiniging. Mechanisatie in de landbouw, schaalvergroting (ruilverkavelingen), gebruik van bestrijdingsmiddelen, enz. hadden hun invloed op het landschapsbeeld en de natuurlijke waarden.
De vergrote bereikbaarheid ontsloot de provincie ook voor de recreant, die voorzieningen eiste in de vorm van jachthavens, tweede woningcomplexen, campings, dagrecreatiegebieden, enz. Gesteld kan worden dat het overheidsbeleid een na-ijlend beeld vertoonde op deze ontwikkelingen en dat gedurende langere tijd geen of te weinig sprake was van een samenhangend beleid om ongewenste verschijnselen op milieugebied te voorkomen. Als reactie op de zo ontstane maatschappelijke druk op natuur, landschap en milieu werd in 1969 de Vereniging Milieuhygiëne Zeeland opgericht, welke zich in eerste instantie in hoofdzaak bezighield met de milieuhygiënische aspecten die verbonden waren aan de industrievestigingen in het havenen industriegebied Vlissingen-Oost. Later breidde het werkgebied van deze vereniging zich uit tot de gehele provincie. In korte tijd wist de VMZ een groot aantal verontruste burgers in zich te verenigen. Op 11 oktober 1971 richtte een aantal vertegenwoordigers van organisaties op natuurhistorisch gebied de Stichting Zeeuws Coördinatieorgaan voor natuur-, landschaps- en milieubescherming op, die haar werkterrein in hoofdzaak vindt op het gebied van de zg. ‘groene planologie’.
De stichting heeft tot doel ‘het beschermen en de bevordering van het beheer van natuur, landschap en milieu in de provincie Zeeland’. Zij tracht dit doel te bereiken door het kritisch volgen en begeleiden van het beleid der diverse overheidsinstanties, groepen en personen bij aangelegenheden op het gebied van de stichtingsdoelstellingen. Tot deze laatste behoren ook ‘het mobiliseren van de publieke opinie en het bevorderen van milieubewust gedrag door educatie, voorlichting en informatie’.
Bij het Coördinatieorgaan zijn (per 1 januari 1980) 27 organisaties aangesloten, die het bevorderen van bescherming en beheer van natuur, landschap en milieu (mede) tot doel hebben.
Het provinciaal bestuur van Zeeland kende het Coördinatieorgaan per 1 januari 1977 een zodanige subsidie toe, dat de aanstelling van een vaste medewerker mogelijk werd. Het Coördinatieorgaan is thans vertegenwoordigd in tal van commissies en overlegsituaties.
Het beleid van de particuliere natuur-, landschaps- en milieubescherming is er op gericht de kenmerkende landschapselementen in Zeeland te bewaren. Men moet hierbij denken aan platen, slikken, schorren, dijken, kreken, welen, inlagen, weidegebieden, duinen, bossen e.d., alle met de voor deze landschapselementen kenmerkende natuurwetenschappelijke waarden. Bestemmingsplannen, aanvragen om ontgrondingsvergunningen, infrastructurele werken, plannen voor ruilverkavelingen, enz. worden nauwlettend bekeken op hun invloed op het natuur- en landschapsbeeld.
Natuurwetenschappelijke inventarisaties worden gestimuleerd, ondersteund of zelf uitgevoerd. De bundeling van krachten in een werkorganisatie als het Coördinatieorgaan heeft de particuliere natuur-, landschaps- en milieubescherming in Zeeland aanspreekbaar gemaakt voor overheidsinstanties en particuliere organisaties. Het Coördinatieorgaan fungeert duidelijk als een belangengroepering die het er om gaat dat bij de besluitvorming van overheden de aspecten van de natuur-, landschaps- en milieubescherming in de overwegingen worden betrokken. Men tracht daarbij de keuze, die de overheden moeten maken, te beïnvloeden. Het Coördinatieorgaan onderscheidt zich op dit punt wezenlijk van de diverse ambtelijke instanties, die in de door hen uitgebrachte adviezen meestal die aspecten wel in aanmerking hebben genomen, maar ze ook al hebben afgewogen tegen andere aspecten. Het Coördinatieorgaan is een particuliere niet partijgebonden - organisatie, die inventarisaties, rapporten en adviezen uitbrengt ten behoeve van de genoemde belangenafweging.
Naast de ‘actietaak’ onderscheidt men in het vlak van de particuliere natuur-, landschaps- en milieubescherming de ‘beheerstaak’ en de ‘educatieve taak’.
Ook wat betreft de verwerving en het beheer van natuurgebieden door particuliere organisaties is de ontwikkeling in Zeeland pas in de tweede helft van de zeventiger jaren goed op gang gekomen.
Organisaties als de Stichting Het Zeeuwse Landschap en de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland gingen toen over tot het aanstellen van vaste medewerkers in de provincie. Eerst daarna ontstond een situatie waarin sprake is van een actief aankoop- en beheersbeleid. Zo steeg de beheersoppervlakte van de Stichting Het Zeeuwse Landschap van 166 ha in 1975 tot ruim 4000 ha in 1980.
Op het gebied van de natuureducatie ontstond eerst in 1976 een duidelijk initiatief met de oprichting van de Stichting Het Zeeuws Biologisch Museum. Het Biologisch Museum startte in 1977 met een eerste steunpunt in de Oranjerie van het kasteel Westhove te Domburg. Met het inrichten van permanente en thema-tentoonstellingen vestigt men de aandacht op de nog aanwezige rijkdom aan dierlijk en plantaardig leven, kenmerkende Zeeuwse landschapstypen, enz. Daarnaast tracht de stichting verzamelingen op natuurhistorisch gebied over de provincie Zeeland bijeen te brengen en te beheren. Voorts zijn er op het terrein van de particuliere natuur-, landschaps- en milieubescherming in Zeeland tal van organisaties werkzaam, die in hoofdzaak natuurhistorische activiteiten bedrijven (natuurstudie). Vogelbeschermingswachten in Oost en West Zeeuws-Vlaanderen en op Schouwen-Duiveland (zie → Vogelwacht Schouwen-Duiveland; → Vogelbeschermingswacht ‘Het Duumpje’; → Vogelwacht ‘De Steltkluut’; → Vogelwerkgroep Walcheren) houden zich echter ook bezig met daadwerkelijke bescherming van natuur en landschap. Knotacties zijn hiervan een voorbeeld. De planologische aspecten van die bescherming worden - zoals hierboven geschetst - gecoördineerd door de Stichting Zeeuws Coördinatieorgaan voor natuur-, landschaps- en milieubescherming.