Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MUSSENGILDE

betekenis & definitie

Mussenbestrijdingsvereniging, die tevens tot doel heeft andere, voor het gewas schadelijke vogels te doden (als eksters, kraaien en duiven).

Op zeer veel dorpen in Zeeland ontstonden, vooral sedert de 2e helft van de vorige eeuw, mussenbestrij dingsverenigingen, hetzij in de vorm van aparte mussengilden, hetzij via de dorpslandbouwverenigingen. Ze bestaan nog wel, zij het schaars.

De in de dorpen en op de boerderijen zeer talrijke, onder de pannen 'nestelende mussen, zijn verzot op rijpende tarwe en kunnen vlak voor de oogst grote schade aanrichten. Ook de papaveroogst kan door mussen schade lijden.

Het vermoedelijk oudste mussengilde in Zeeland is dat van ’s-Heer Abtskerke, dat van 26 januari 1815 dateert. De bepaling luidde ‘Alle ingezetenen, hoofden des huisgezins en houders van gaarden zijnde, zullen jaarlijks te rekenen van de le januari tot 31 december van elk jaar, zoveel 25-tal mussen moeten dooden en opbrengen als zij stuks paarden in eigendom bezitten’.

In 1889 werden in Rilland liefst 7886 mussen bij de landbouwvereniging ingeleverd. De laatste jaren bedroeg dit aantal in ’s-Heer Abtskerke nog ca. 1000; eitjes telden ook vaak mee; één duif gold voor 6 mussen (de duivenschade is in de Zeeuwse landbouw een plaag, vooral in erwtenzaaisels). Lidmaatschappen waren overigens meestal vrijblijvend. De leden hielden eens per jaar een maaltijd. Op sommige jaarvergaderingen placht men paling- of worstebrood te nuttigen, waarbij één lid ‘toevallig’ verrast werd met een broodje met een ingebakken dode mus met veren. Hier en daar werden degenen die de meeste dode vogels (althans de koppen) hadden ingeleverd tot koning of keizer uitgeroepen.

Van het gilde van ’sHeer Arendskerke zijn twee zilveren gildeplaten bewaard, aan een der koningen of keizers uitgereikt, omstreeks 1856. Sommige gilden hielden er zelfs een vaandel op na.

LITERATUUR

PZC 11.2.1978. De Kleyn, Twee zilveren platen, 1-3. Wigman, Mussen in het koren. Wigman, Mussengilden.

< >