Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

MOL (schuit)

betekenis & definitie

Zeilschip met platte bodem, van achteren zeer breed en van voren puntig. Eertijds gebruikt om bijv. kleine getij havens zoals te Goes, Middelburg en Zierikzee, op diepte te baggeren.

Aan de achtersteven hing een egge, voorzien van één of meer ijzeren tanden, welke over de bodem sleepte. Tegen de tijd dat er gespuid werd of de ebstroom sterk werd, legde de molschipper zijn schuit op de stroom, liet de egge tot aan de grond zakken, streek zijn zeil en spande op de wal paarden voor het schip. Deze trokken het scheepje langzaam vooruit waarbij de egge over de bodem sleepte, daarbij geholpen door de stroom die met kracht tegen de brede achtersteven en tegen een onder de scheepsbodem hangend voorzeilt je aankwam. De egge woelde zo de grond los, die daarna door de stroom de haven uitspoelde (zie → baggerwerken).De straatnamen Molstraat (Middelburg) en Mol (Zierikzee) zijn hoogstwaarschijnlijk ontleend aan deze scheepjes. Een model van de mol bevindt zich in het museum ‘De Schotse Huizen’ te Veere.

LITERATUUR

W. Bos, Van baggerbeugel tot sleepzuiger.

< >