(Middelburg 13 sept. 1814-Leiden ± 1842). Studeerde Godgeleerdheid te Leiden, tevens bekwaamde hij zich zozeer in de oosterse talen dat hij tot Interpres Legati Warneriani benoemd werd.
In 1839 promoveerde hij op een dissertatie ‘Specimen ex litteris Orientalibus exhibens diversorum scriptorum locos de regia Aphthasidarum familia et de Ibn-Abduno poëta’ doch kort daarop, de hoge verwachtingen ten spijt, verviel hij in krankzinnigheid; hij stierf na enkele lijdensjaren.LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten.