(Hasselt 1 jan. 1852-’s-Gravenhage 21 febr. 1928). Letterkundige.
Sinds 1883 secretaresse van de Heldringgestichten te Zetten, van 1902-1918 bovendien directrice van het christelijk opleidingshuis voor meisjes. Schreef een aantal romans en novellen, o.a. De Ballingen (1898), waarin zij de wederwaardigheden van de Salzburgse emigranten in West Zeeuws-Vlaanderen beschreef. In Oud-Zeeuwsche gastvrijheid (De Gids, 1898) behandelde zij hetzelfde onderwerp uit historisch oogpunt.LITERATUUR
Joh.W.A. Naber, Margaretha Wynanda Maclaine Pont (1929, met portret).