Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

LOUISAPOLDER

betekenis & definitie

1. Polder in de gemeente → Hulst; opgenomen in het → Waterschap Hulster Ambacht (opgericht 1965); oppervlakte ca. 253 ha; hoogteligging 1,3 tot 1,8 m + N.A.P.

De afwatering geschiedt via het gemaal Paal (→ Kleine Molenpolder).De polder werd in 1847 in het Verdronken Land van → Saaftinge bedijkt door Prosper Louis d‘Arenberg, naar wie de → Prosperpolder en → Prosperdorp zijn genoemd. Het gebied waarop de Louisapolder tot stand kwam (omgeving Veensche moer) was bij militaire inundaties in 1584/85 verloren gegaan. De polder heeft behoord tot de voormalige gemeente → Clinge.

2. Polder in de gemeente → Terneuzen; opgenomen in het → Waterschap De Verenigde Braakmanpolders (opgericht 1965); opp. ca. 27 ha. De polder werd in 1844 op schorren in het → Axelsche Gat bedijkt, tegen de westelijke kanaaldijk van het Kanaal van Terneuzen naar Sas van Gent, benoorden → Stroodorpe. Hij ontstond door de aanleg van de Westelijke Rijkswaterleiding. De polder is waarschijnlijk genoemd naar één der prinsessen van Oranje-Nassau, kleindochter van Willem I, en heeft ook tot de v.m. gemeente Terneuzen behoord. Thans wordt het poldergebied in beslag genomen door de bebouwing van → Sluiskil/Stroodorpe.

LITERATUUR

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. K.J.J. Brand, Oost Zeeuws-Vlaamse polderland. J.P.B. Zuurdeeg, Verenigde Braakmanpolders.

< >