Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

LEVERBOTZIEKTE

betekenis & definitie

Ziekte bij schapen en runderen (dialect: but). Wordt veroorzaakt door een platworm uit de orde der trematóda, de leverbot (Fasciola hepatied). Het volwassen dier wordt ca. 30 mm lang en leeft in de lever en de galgangen van graseters: runderen en schapen.

De geslachtsprodukten van de leverbot komen met de faeces van de besmette koeien en schapen in de weilanden. In een vochtige omgeving ontstaat na enige tijd uit de eieren het eerste larvestadium (miracidium), dat een zoetwaterslak (Lymnaéa truncatula) infecteert. In de slak metamorfoseert de larve eerst tot sporocyst, daarna tot rediae en tenslotte tot cercariae. De cercariae komen in groot aantal vrij uit de slak en zetten zich vast op plantenstengels. Zij kapselen zich in tot een ruststadium, de metacercariae. Deze laatste worden door het vee met de planten opgegeten en belanden in de lever van de gastheer. De besmette dieren gaan minder eten, vermageren, de melkgift daalt en de wol vermindert in kwaliteit.Bestrijding van leverbotziekte is uiterst moeilijk. Van veel belang is een goede ontwatering van de weilanden, zodat geen slakken kunnen optreden in greppels of poelen. In Zeeland komt de ziekte het meest voor in laagliggende weilanden.

LITERATUUR

Kruyt, Distomatose, 201-211, fig. 1-9. Wibaut, Isebree, Moens en Van Eyk, Onderzoek.

< >