Het Leenhof van Vlaanderen, zetelend te Middelburg, is opgericht ter vervanging van de ‘Wetagtige Kamer van Vlaanderen’ te Gent. Onder het Leenhof van Vlaanderen vielen alle lenen van Staats-Vlaanderen, uitgezonderd die, die van de Burcht van Brugge in leen gehouden werden.
Over de laatstgenoemde lenen had de Hoogbaljuw van het Vrije van Sluis de supervisie.Het Leenhof van Vlaanderen bestond uit een superintendent, leenmannen en een griffier. Het eerste presiderende raadslid van de → Raad van Vlaanderen was meestentijds superintendent van het Leenhof. Een enkele maal werden deze waardigheden ook wel aan verschillende personen verleend. De eerste en andere raadsleden in de Raad van Vlaanderen zijn tegelijkertijd leenmannen in het Leenhof. Tot het j aar 1688 was ook de griffier aan beide instellingen verbonden, doch in 1688 is door de Staten-Generaal een afzonderlijke griffier voor het Leenhof aangesteld.
De superintendent had geen vast salaris, zijn inkomsten verkreeg hij uit leges en vacatiegelden. Bovendien kreeg hij een kwart van alles wat hij voor het land ontving. Hij moest van zijn ontvangsten rekening en verantwoording afleggen aan de Generaliteits Rekenkamer. De leenmannen ontbeerden eveneens een vast salaris en verkregen hun inkomsten uit leges en vacatiegelden. De griffier trok alleen inkomsten uit de leges.
LITERATUUR
Tegenwoordige Staat. De Monté Verloren, Hoofdlijnen. Fockema Andreae, De Nederlandse Staat. Fruin, De provincie Zeeland.
