(Rilland-Bath 6 dec. 1877-’s Gravenhage 19 febr. 1959). Was werkzaam bij de belastingdienst te Sint-Jansteen 19011910, Terneuzen 1910-1916, Rotterdam en ’s-Gravenhage.
Op zijn initiatief werd in 1920 te Rotterdam de eerste Zeeuwse vereniging opgericht van buiten Zeeland wonende Zeeuwen. Zelf schreef hij daarvoor enkele toneelstukken in dialect, die veelvuldig werden opgevoerd: Inkwartierenge; Nae de Goesse mart; Baes Jan is jaloers; ’t Leven is een lotterië; A is de leugen...; d’Ouwe Janna. Onder het pseudoniem Jaap uut de Wulleminapolder schreef hij Zeeuwse schetsen, voordrachten en verzen (z.j.); Zeeuwsche liedjes mie meziek (z.j.); Oans voordrachtenboeksje (z.j.) Oans vêsjesboeksje (1931).
