Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

KONINKLIJKE KANTWERKSCHOOL

betekenis & definitie

Werd te Sluis in 1854 als eerste Nederlandse kantschool opgericht, onder bescherming van H.M. koningin Sophie der Nederlanden, met een drieledig doel: ‘de armoede te lenigen, de bedelarij te weren en een tak van nijverheid die in het naburig België duizenden werk en brood geeft, in Nederland over te plaatsen’.

Aanvankelijk bloeide de school.

Vele meisjes ontvingen er kosteloos onderwijs in het kantklossen, naaien en breien. Tevens verdienden ze geld doordat de school arbeidsloon betaalde voor het vervaardigen van kant.

Kloskant ontstaat door een slingering van op klossen gewonden draden. Tijdens het werk worden met spelden de slagen op een papieren patroontekening, die op een kantkussen ligt, vastgezet. Specifiek voor het werk van de Sluisse kantschool is het patroon, de zg. ‘Sluisse Blaadjes’ en de witheid van het werk.

In 1867 vertrok het garnizoen uit Sluis, waardoor de kantwerkschool, sinds enige jaren kwijnende, weer een toevloed van meisjes zonder dienstje kreeg. In dat jaar werden werkstukken gezonden naar de wereldtentoonstelling te Parijs en een tentoonstelling te Amsterdam, waar een zilveren medaille werd gewonnen. De opbrengst van het verkochte kant dekte nauwelijks of niet de gemaakte kosten. Door de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) stagneerde de afzet van het kant geheel en moest de school in 1871 vanwege financiële problemen worden gesloten.

Rond 1910 werd de Kantwerkschool heropgericht. De leerlingen maakten o.a. een sprei voor koningin Wilhelmina, welke nog steeds in het bezit is van het Koninklijk Huis.

In 1935 werd de school door gebrek aan leerlingen en concurrentie vanuit België ‘slapende’ gemaakt.

Sinds 9 januari 1981 wordt te Sluis weer een cursus kantklossen gegeven, verzorgd door de stichting ‘Koningin Sophie der Nederlanden’.

< >