Middelgrote zangvogels met enigszins gehaakte snavel en lange staart. Zitten op hoge uitkijkpost voordat ze
neerschieten op de prooi: insecten, muizen, kikkers, kleine vogels enz. Bewaren de prooi vaak in een ‘provisiekamer’: gestoken op doorns en andere stekels. Onopvallende zang. In Zeeland komen verschillende soorten klauwieren voor:
- Grauwe klauwier (Lanius collürio). Mannetje heeft blauwgrijze kop met zwarte oogstreep en witte keel, bruine rug, grijze stuit en zwarte staart met witte biezen. Vrouwtje is bruin met gestreepte borst. In Zeeland tegenwoordig alleen nog enkele broedparen in de duinen van Schouwen en Walcheren. Vroeger ook regelmatig in heggen op ZuidBeveland en in West Zeeuws-Vlaanderen. In Oost Zeeuws-Vlaanderen is slechts één broedgeval bekend: 1954 te Sas van Gent. Deze soort gaat in heel West-Europa sterk in aantal achteruit. Zomervogel, die te zien is van mei tot in september. Doortrekker in zeer klein aantal.
- Roodkopklauwier (L. senator). Broedvogel van Zuid- en Midden-Europa, die slechts enkele malen in Zeeland is waargenomen.
- Klapekster (L. excübitor). Vrij grote zwart-grijs en zwart-witte vogel met lange staart en zwarte oogstreep. Witte vleugelstrepen. Doortrekker en wintergast in zeer klein aantal van oktober tot in april.