Een slechte, zure klei met typische gele vlekken van basisch ferrisulfaat. Ze kan overal voorkomen waar bij de opslibbing in een brak of zout milieu steeds zwavel voorhanden is en organische stof wordt geproduceerd.
Hierin ontstaan ophopingen van zwavel. Door scheikundige omzettingen bij de oxidatie na drooglegging van zo’n gebied, ontstaan bij onvoldoende overmaat aan koolzure kalk, de zure gronden met ophopingen van basisch ferrisulfaat en ook wel vrij zwavelzuur.We vinden in het Zeeuwse gebied weinig kattekleigronden. In de kalkarme gronden van het Oudland zijn ze hier en daar aanwezig, in het bijzonder daar waar een dunne laag poelklei op het veen ligt, zoals in de Yerseke Moer, Poortvlietse weihoek en de Schakerloo- en Scherpenissepolder. Katteklei komt hier vnl. in de ondergrond voor en dient nooit naar boven gehaald te worden. Grote hoeveelheden kalk zijn dan nodig om de groeiomstandigheden weer gunstig te maken.