Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Joannes van DALEN

betekenis & definitie

of van den Dale, Dalenus (Hulst, ca. 1544-Hulst 1603). Priester.

Zoon van Joannes van Dalen en Maria Janssens, zuster van de bekende Gentse bisschop Cornelius Jansenius. Jansenius zorgde ervoor dat zijn neef de klassieken bestudeerde en in Leuven college liep in filosofie en theologie. Door het kapittel van Kortrijk, waarop zijn oom de bisschop veel invloed had, werd hij benoemd tot pastoor van Hulst, waar hij op 1 januari, niettegenstaande de dreigende vervolging, nog preekte in zijn kerk. Spoedig daarna werd hem zijn kerk ontnomen; van alle sieraden beroofd werd deze gedeeltelijk afgebroken. Lange tijd heeft hij zich toen schuil gehouden. Toen Gent in 1584 werd veroverd door Parma, kon hij in zijn parochie terugkeren.

In 1602 werd hij tot aartspriester benoemd, maar hij overleed het volgend jaar. Van zijn oom, de bisschop van Gent, had hij een kelk of een beker, een geschenk van Hulst, geërfd; deze werd na zijn dood aan Hulst geschonken.LITERATUUR

Grijpink, Parochiën I, 19. N.N.B. W., VI.

< >