(Goes 25 maart 1815 Goes 22 okt. 1882). Medicus.
Zoon van een goudhandelaar. Studeerde aan de Geneeskundige School te Middelburg. Vestigde zich te Wolphaartsdijk, waar hij vanuit de wijde omtrek werd geconsulteerd. Samen met zijn vriend, dr. J. AbUtrecht → Dresselhuis, predikant, bevorderde hij te Wolphaartsdijk volksontwikkeling en gemeenschapszin.
Hij was een gretig feestvierder en als entertainer een graag geziene gast; spotte echter met bijgelovigheden (die in zijn dagen welig tierden); niet iedereen kon zijn spitse ironie verdragen. Een benoeming tot lid van de Geneeskundige Raad wimpelde hij af omdat erkenning te laat kwam. Hij leidde zelf leerlingen, w.o. twee van zijn zoons, op tot geneesheer. Zijn oudste zoon vestigde zich te Kapelle maar vertrok later naar Nijmegen. De tweede zoon, Thomas (Wolphaartsdijk 21 april 1841-Kapelle 18 febr. 1881), verliet zijn standplaats’s-Gravenpolder en nam de praktijk te Kapelle over. Deze schreef een theoretisch grondig gedocumenteerde studie over difteritis, die in 1867/68 te Kapelle heerste.De Provinciale Bibliotheek bezit enige interessante werkjes van J. P. Snoep: ChoreaSt. Viti (St. Vitusdans); Waarneming eener levend geboren monstrositas per defectum, zijnde een hemicephalus (gedeeltelijk hersenloos); Schetsen uit de portefeuille: verloskundige bijdragen, waarvan de opbrengst moest dienen om een behoeftige weduwe van een collega te ondersteunen. Verder schreef hij o.a. Pegaasje in de dorpskroeg, modelreglement voor rederijkerskamers ten plattelande.
Zijn instrumentarium schonk hij aan het Ned. Hist. Natuurwetensch. Museum, afd. Geneesk. te Leiden.
LITERATUUR
J. C. de Man, Geneeskundige School I. 107 v.v. Nagtglas. Levensberichten.