Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Jan Gerard de Witt HAMER (1817)

betekenis & definitie

(Goes 2 nov. 1817-Leeuwarden 8 sept. 1892). Jurist.

Studeerde rechten te Leiden, waar hij op 23 december 1842 promoveerde op de dissertatie: Quaedam de munere praesidis tribunalis primae instantiae praesertim in causis civilibus. Hij vestigde zich als advocaat te Goes. In 1850 werd hij benoemd tot kantonrechter te Oostburg, op 2 maart 1856 tot president van de arrondissementsrechtbank te Deventer en in 1877, bij de opheffing van die rechtbank, tot vice-president van de arrondissementsrechtbank te Leeuwarden. Hij schreef, naast verscheidene bijdragen in Themis, een: Handboek voor de kantongerechten (Schoonhoven, 1848) en Over de onteigening ten algemene nutte, met aanteekeningen uit de litteratuur, de practijk en de rechtspraak ontleend (een handleiding, Schoonhoven, 1865).LITERATUUR

Nagtglas, Levensberichten. N.N.B.W. III.

< >