Mr. (waarschijnlijk te Zierikzee 17 jan. 1601 - ’s-Gravenhage 13 juli 1683). Jurist.
Studeerde rechten; 9 juli 1644 werd hij met Willem Dedel benoemd tot Griffier bij de Hooge Raad van Holland, Zeeland en West Friesland te ’s-Gravenhage, welk ambt hij na het overlijden van Dedel in 1650 alleen waarnam. In zijn voorrede van het vierde deel van het Groot Placaetboeck zegt Jacobus Scheltus dat men de eerste twee delen van de verzameling aan Iman Cau verschuldigd is, maar later verklaarde de advocaat Cornelis Cau dat hij er de samensteller van was en dat de veronderstelling op een schrijffout berustte.LITERATUUR
Van der Aa, Biographisch Woordenboek.