Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Hendrik KRAYESTEIJN

betekenis & definitie

(Amsterdam 1772-Middelburg 14 juli 1831). Directeur van de Amsterdamse schouwburg, daarna van een rondreizend toneelgezelschap.

Kocht in 1817 het Herenlogement van Oranje in de Lange Noordstraat te Middelburg, waar hij in 1818 een afdeling van de ’→ Maatschappij V.W. (Vooruitgang door Wetenschap) oprichtte. Was voorzittend meester van de vrijmetselaarsloge ‘L’enfant de la vertu’ te Veere. Schreef vele gedichten, o.a. Aan Zeeland bij de heugelijke bevalling der Prinses van Oranje (1817); De Broederliefde (1821); De watersnood (1825); Vaderlanden Koning (1825); De Verlichting (1825) en vele toneelstukken en zangspelen, o.a. De verheugde haringvisschers (1814);De Joden (1817); Mercuur en Ceres, bij het openen der nieuwe haven van Middelburg (1817); De uitstap naar den Abeele (1818); Het landelijk feest, of de blijde herinnering aan het openen der nieuwe haven te Goes. Hij is de vader van de schilder Abraham → Krayesteijn.

LITERATUUR

Nagtglas, Levensberichten. C. Vosmaer, Rozendaalsche viugmaren, De Nederlandsche Spectator, 1887.

< >