Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Geert Adriaan van OORSCHOT

betekenis & definitie

(Vlissingen 15 aug. 1909). Letterkundige, dichter, schrijver en uitgever.

Zoon van Levinus Pieter van Oorschot, vooraanstaand lid, later wethouder van de S.D.A.P. in Vlissingen. Begon zijn loopbaan als magazijnknecht in Rotterdam, was drie jaar werkloos en zat als dienstweigeraar enige tijd in de gevangenis. Werkte sinds 1936 in de uitgeverij en vestigde zich in 1945 als zelfstandig uitgever te Amsterdam, waar hij in enkele jaren een fonds opbouwde van grote culturele betekenis, o.a. de Russische bibliotheek, de Stoareeks, de verzamelde werken van Multatuli, Der Mouw, J.H. Leopold en J.I. de Haan. Hij behoorde tot de schrijversgroep Linksrichten, schreef daarvoor de dichtbundeltjes De turfgravers (1930) en Gevangenis (1932) en dertig jaar later onder het pseudoniem R.J. Peskens de bundel Uitgestelde vragen en andere verhalen (1964)In 1975 verscheen Twee vorstinnen en een vorst (vele malen herdrukt) in 1976 gevolgd door Mijn tante Coleta, dat eveneens vele herdrukken beleefde. Beide boeken dragen een autobiografisch karakter met voor hen die het vooroorlogse Vlissingen hebben gekend herkenbare personen en situaties. De boeken samen leverden het scenario voor een succesvolle Nederlandse film die, onder de titel van het eerstgenoemde boek, in 1981 werd uit gebracht.

In 1982 volgde de film ‘Het verleden’, waaraan drie verhalen uit de bundel ‘Mijn moeder was eigenlijk een Italiaanse’ ten grondslag liggen. Ook de verhalenbundel De man met de urn (1981) bevat autobiografische elementen.

LITERATUUR

WUly Levie, Portret van Geert van Oorschot tyrije volk 19-12-1964). Haagse Post 12-9-1981.

< >