(Zierikzee ±1573 Middelburg 6 jan. 1629). Jurist.
Studeerde rechten en letteren in Leiden. Woonde in november 1592 bij Philips van Marnix op diens slot St.-Aldegonde te West-Souburg. Was raad, schepen en burgemeester van Zierikzee (1599-1603). Stadsadvocaat (1595-1603). Volgde thesaurier Jacob Valcke op onder de nieuwe titel van ontvanger-generaal van Zeeland (1603-1629). Was zeer godsdienstig en naast zijn broer Willem (predikant in Middelburg van 1613-1629) de eerste vertegenwoordiger van het Zeeuwse piëtisme.
Schreef 'als door zonderlinge zedigheid geen eer zoekende' onder de schuilnaam Irenaeus Philalethias en Alexius Philopator; beïnvloedde velen door zijn geschriften en zijn goede voorbeeld. Voetius noemde hem 'eximium et pium politicum, in scripturis. si quisquam. potentissimum' (een buitengewoon en vroom staatsman, zo iemand invloed bezat door zijn geschriften, dan was hij het) en 'Vir qui multos theologos docere potuit' (Een man die vele theologen heeft kunnen onderrichten).LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten. N.N.B.W. V. Dc Vos. De vroedschap. 202-203. Mccrtcns. E. Teellinck. Dc la Ruc. Geletterd Zeeland.
