(St.-Elooy). (Omgeving Limoges, ca. 590-ca. 660). Beschermheilige van degenen die metaal bewerkten (volgens de overlevering was hij goudsmid).
Leerde als raadsman van de Merovingische koningen hun rijk kennen. Hoewel leek, werd hij bisschop van Noyon (641). Heeft volgens de overlevering in Aardenburg en Oostburg gemissioneerd.Een kerk in Oostburg is aan hem gewijd. Zeeuwse familienamen als Looy, Looyen, Looyse zijn vermoedelijk aan zijn doopnaam ontleend.
LITERATUUR
Post, Kerkgeschiedenis.
