(of Keetlaer), (Goes 11 nov. 1674-Middelburg 23 maart 1750). Was schepen van Goes in 1708/09 en van 1711 tot 1719, pensionaris-honorair van Goes (1719 en 1720).
Werd op 4 december 1719 benoemd tot secretaris van de Staten van Zeeland; sedert 2 november 1734 was hij raadpensionaris van Zeeland, ‘in welke hooge betrekking hij volkomen scheen te passen in de lijst van zijn onbeduidende tijd’ (Nagtglas). Hij heeft een uittreksel gegeven uit de Staten-Notulen van 11 april 1721 over de titulatuur van de eerste klerk ter griffie Jan Biskop.LITERATUUR
Van der Baan, Keetlaer. Nagtglas, Levensberichten. N.N.B. W. III,