Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

DIERKENSTEENPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Oostburg; opgenomen in het → Waterschap Het Vrije van Sluis (opgericht 1942); oppervlakte ca. 268 ha, hoogteligging ca. 0,8 tot 1,6 m + N.A.P.; behorend tot het hoofdafwateringsgebied Cadzand (→ Kievittepolder). In het zuidoosten van de polder, bij de grens met de → Cathalijnepolder, ligt de buurtschap De Munte, in het zuidwesten de buurtschap Bakkersdam (ged.).

De polder ligt grotendeels onder één dijkage met het omringend poldergebied.De Dierkensteenpolder werd bedijkt in 1400; het herstel van de parochie → St. Catharina ging hier vermoedelijk mee gepaard. Overstroming volgde bij de St.-Elisabethsvloed van 1404, waarbij de genoemde parochie voor de tweede maal ten onder ging. De Dierkensteenpolder werd, waarschijnlijk in andere vorm, herdijkt in 1417. In 1650 volgde een nieuwe herdijking; sindsdien maakt hij deel uit van de → Generale Prins-Willempolder (le gedeelte). Het zuidwestelijk polderdeel is bekend als Bakkerspolder, naar de → Bakkersdam, welke in 1788 tot stand kwam ter afsluiting van de Passageule en loopt vanaf het zuiden van de Bakkerspolder naar de → Groote Boompolder.

De Dierkensteenpolder heeft behoord tot de voormalige gemeente → Waterlandkerkje.

LITERATUUR .

Wilderom, Tussen afsluitdammen IV. Gottschalk, Historische geografie.

< >