Graaf van Vlaanderen van 1128 tot 1168, sedert 1157 samen met zijn zoon → Filips van de Elzas. In de verwarring na de moord op de kinderloze graaf van Vlaanderen, Karel de Goede (1127) dongen enkele bloedverwanten en anderen naar de opvolging.
Als zoon van een dochter van graaf → Robert I de Fries stelde ook Diederik van de Elzas zijn candidatuur. Een andere candidatuur, die van de minderjarige graaf van Holland, Dirk VI, werd al dadelijk in 1127 naar voren gebracht door diens moeder Petronella, die vervolgens deze candidatuur introk en krachtig partij koos voor haar halfbroer Diederik van de Elzas, die, vooral met de steun van de steden Gent en Brugge, het pleit in 1128 won. Het is goed denkbaar dat Diederik, eenmaal graaf van Vlaanderen, de Hollandse regentes Petronella beloonde door Zeeland bewesten Schelde in leen te geven aan de graaf van Holland. Sommigen menen echter dat deze belening reeds eerder, nl. ten tijde van → Robert de Fries, had plaats gevonden.LITERATUUR
C. Dekker, Zuid-Beveland, 399. Van Brugge, De moord op Karel de Goede, 129; 214.