stormvloed Gebieden
waar de meeste schade ontstond en/of overstroming plaatsvond Enkele
bijzonderheden
12 jan. 1613 Schade en dijkdoorbraak aan de zuidzijde
van het eiland Tholen en in de omgeving van Zierikzee op Schouwen.
20/21 sept. 1621 Mogelijke stormschade aan de reeds voor
oorlogsinundatie doorgestoken dijken in West Zeeuws-Vlaanderen. Begin 1621 strenge winter.
7 dec. 1627 Bij Goes zouden zeven polders zijn
overstroomd en op Noord-Beveland drie dijkbreuken zijn ontstaan (?).
okt. 1631 Schade op Walcheren en bij Wolfaartsdijk. Er kwamen in 1631 ook verschillende oever-
en dijkvallen voor op Walcheren en Schouwen.
nov. 1653 Enkele polders in West en Oost
ZeeuwsVlaanderen overstroomden. Exacte datum is niet bekend.
1 maart 1662 Vlissingen werd zwaar getroffen;
vermoedelijk zijn ook enkele polders in West ZeeuwsVlaanderen overstroomd.
5 dec. 1665 Schade op Walcheren (Vlissingen), bij
Cadzand in West Zeeuws-Vlaanderen op Zuid- en Noord-Beveland en op Tholen. Vermeld door verschillende auteurs.
22 sept. 1671 Zware schade in alle Zeeuwse gebieden en
in Zeeuws-Vlaanderen. De Staten van Zeeland vaardigen op 28
sept. 1671 een plakkaat uit om de dijken te herstellen.
4/5 nov. 1675 Mogelijk enige schade in de omgeving van
Breskens. Wel grote schade in Holland.
26 jan. 1682 Omvangrijke schade in heel Zeeland en
Zeeuws-Vlaanderen. Totaal overstroomden 161 polders, 37 in West en 40 polders
in Oost Zeeuws-Vlaanderen. 4,10 en 20 polders resp. in Walcheren, Noord- en
Zuid-Beveland en 18 en 32polders resp. in Schouwen-Duiveland en Tholen. Veel
schade in Vlissingen en Westkapelle. Springvloed bij noordwesterstorm;
gelijktijdig was er in Duitsland, België en Nederland hoog water op de
rivieren. De eerste stormvloed waarvan zoveel details bekend zijn.
8 jan. en 18 febr. 1683 Dijkbreuken bij Waarde en op Schouwen.
1695 Enige schade in Zeeuws-Vlaanderen en op
Duiveland waar twee polders verloren gingen.
3 maart 1715 Op Schouwen-Duiveland en Tholen
overstroomden resp. 10 en 13 polders alsmede de Clingepolder in Oost
Zeeuws-Vlaanderen; de Namenpolder ging verloren.
Volgens de ‘Beschrijving bij de Waterstaatskaart’ 1938, traden behalve in 1715 in de 18e eeuw verscheidene ’lage’ stormvloeden op, waarbij incidenteel één polder of enkele polders overstroomden. Die stormvloeden traden op in de jaren 1704 (1), 1708 (3), 1714 (2), 1720 (5), 1721 (4), 1745 (1), 1750 (3), 1767 (1), 1775 (1), 1784 (2), 1788 (1), 1791 (2) en 1799 (1).
Totaal zijn in die jaren 27 polders overstroomd, waarvan 5 op Schouwen-Duiveland, 8 op Tholen, 3 op Walcheren en 11 in Zeeuws-Vlaanderen. Totaal 27 ’lage’ stormvloeden.
15 jan. 1808 Overstroming van 7 polders op
Noord-Beveland, 12 polders (1300 ha) op SchouwenDuiveland, 19 op Tholen, 4 op
Walcheren (Vlissingen en V eere onder water met resp. 31 en 4 slachtoffers),
20 op Zuid-Beveland. In Zeeuws-Vlaanderen kwam 11400 ha onder water te staan
(23 polders ten westen en 17 polders ten oosten van de Braakman). De centraal gelegen polders Schouwen,
Walcheren en de Breede Watering Bewesten Yerseke bleven droog. Gevolg van
deze stormvloed was een algemene dijkverhoging.
5 febr. 1825 Overstroming van 5 polders (1883 ha) op
Zuid-Beveland, 9 polders op Tholen, 5 op Schouwen-Duiveland (incl. de
centraal gelegen Schouwenpolder). In Zeeuws-Vlaanderen overstroomden de stad
Sluis en enige polders rond Axel.
12 dec. 1845 Alleen enige schade op Schouwen-Duiveland,
bij Brouwershaven, Zierikzee en Scharendij ke.
In de 19e eeuw kwamen nog enkele ’lage’ stormvloeden voor waarbij incidenteel één of enkele polders overstroomden. Dat was in 1862 (3), 1863 (1), 1870 (1), 1883 (2) en 1894 (2). Totaal zijn in die jaren 9 polders overstroomd, waarvan 3 op St.-Philipsland, 1 op Tholen, 2 op Noord-Beveland en 3 op Zuid-Beveland. Totaal 9 ’lage’ stormvloeden.
12-3-1906 Totaal overstroomden in Zeeland 25 polders
met een opp. van ca. 4800 ha. Springtij; de wind liep van west naar
noordwest; gevolg van deze stormvloed was een algemene dijkverhoging.
30 sept. 1911 Alleen de Karelpolder en de
Hogerwaardpolder op Zuid-Beveland overstroomden, 410 ha. Storm met orkaankracht; een windsnelheid
van 32 m/sec. werd geregistreerd.
1 febr. 1953 In Zeeland overstroomden 125 polders met
een opp. van ca. 38000 ha incl. enkele polders die slechts dras kwamen te
staan. Bovendien werden de Zuidhollandse eilanden en delen van West Brabant
zwaar geteisterd. In de noordelijke provincies was de schade van beperkte
omvang. Totaal werd in Nederland bijna 137000 ha land overstroomd en kwam
daarbij nog bijna 17000 ha dras te staan. Er vielen 1835 slachtoffers te
betreuren, waarvan in Zeeland 873. Uitzonderlijk hoge stormvloed bij
springtij. De waterstand bereikte op vele plaatsen een hoogte die nog nimmer
was waargenomen, bijv. te Vlissingen NAP + 4,55 m dat is 63 cm hoger dan
eerder (1906) waargenomen.
Naast
vele lichte en zware beschadigingen aan de waterkeringen in het deltagebied
waren over 48 km lengte lichte en zware dijkdoorbraken ontstaan, waarbij 89
stroomgaten moesten worden gedicht. Op 7 nov. 1953 werd het laatste dijkgat
bij Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland gedicht.