Koninklijk Kweekbedrijf en Zaadhandel te Kapelle; een der meest vooraanstaande kweekbedrijven ter wereld, dat d.m.v. experimentele kweekprogramma’s rassen en variëteiten van suikerbieten, granen, uien en grassen met hogere opbrengsten en een grotere resistentie tegen plantenziekten en klimatologische omstandigheden produceert.
Gesticht in 1879 door Daniël Johannes van der Have, jongste zoon van de burgemeester van Oosterland. De 20-jarige jongeman startte met ƒ 200,- kapitaal en 2 ha pachtland. Hij maakte snel naam als kweker en leverancier van laan- en vruchtbomen, heesters en rozen, met daarnaast opbouw van een zaaizaadhandel. Bij het 25-jarig bestaan werd de titel hofleverancier verleend. Na overlijden van D.J. sr. zette Adriaan van der Have de zaak op dezelfde principes voort, terwijl een begin werd gemaakt met de selectie van eigen rassen bieten en grassen, welk werk in 1940 door de kweker A.J.Th. Hendriksen op wetenschappelijke basis werd vervolgd.
Een derde generatie, o.l.v. ir. D.J. en zijn broer P. van der Have, plus zwager A. Dirkzwager nam na de oorlog (1947) de leiding over en het bedrijf heeft daarna een grote vlucht genomen. In 1956 werd het predicaat ‘Koninklijke’ verkregen; in datzelfde jaar werd de familievennootschap omgezet in een NV, later in een BV. In 1970 nam de Suiker Unie de helft van de aandelen over en sinds 1977 is deze coöperatie volledig eigenaar. De directie is in handen van eerder genoemde drie gebleven (P. van der Have overleed in 1975), aangevuld met de kweker A.J.Th. Hendriksen.
Na 1945 voerde Van der Have’s kweekcentrum in de Fredericapolder onder Rilland, de chromosomenverdubbeling in voor suikerbieten en grassen, terwijl bij mais hybridisatie werd toegepast. Een der opmerkelijkste successen werd het eerste Nederlandse erfelijke éénkiemige suikerbietenras Solorave, in 1970 op de rassenlijst geplaatst. Mede hierdoor ontving Hendriksen in 1977 de Broekema-plaquette voor verdienstelijk kweekwerk. Het bedrijf houdt zich in meer dan 20 landen bezig met kweekproeven, zowel op het noordelijk als op het zuidelijk halfrond en heeft daardoor èn via snelle computeranalyse van de gegevens, de tijd die nodig is voor het ontwikkelen van nieuwe rassen aanzienlijk kunnen bekorten.
Het veredelingsbedrijf te Rilland (100 werknemers) beschikt, behalve over ca. 400 ha grond in de Frederica- en de Zimmermanpolder, over 50 ha zandgrond bij Bergen op Zoom en 56 ha uitstekende zavelgrond in Oost-Flevoland om hierop jaarlijks de ca. 100 ha proefvelden in Nederland uit te zaaien die nodig zijn om het uitgebreide pakket van ca. 55 rassen in stand te houden en steeds te verbeteren.
Aan de zaadvermeerdering van het eigen rassensortiment werken ca. 200 contracttelers mee, die jaarlijks ca. 10.000 ha gecertificeerde zaaizaden, niet alleen in Nederland maar ook in andere Europese landen alsmede in Noord- en Zuid-Amerika, Iran en Japan, telen.
Een groot deel van de oogst wordt in Kapelle bewerkt en verpakt en van daaruit aan de handel geleverd.
In torenhoge silogebouwen te Kapelle, waarvoor de EEG in 1964 een bouwpremie toekende van ruim 100.000 dollar, zorgen pneumatische en electronisch bestuurde transportinstallaties voor alle handelingen bij ontvangst en aflevering.
Van der Have is thans leidinggevend bij de voorziening van de Nederlandse landbouw met zaaizaad voor snijmais. De jaaromzet bedroeg in 1980/81 ƒ 85.000.000, waarvan ongeveer 3/4 uit export. Personeelssterkte ca. 300 personen.
LITERATUUR
Roosenschoon, 100 jaar. Sneep, Plant breeding.