(Middelburg 19 febr. 1820-Delft 15 dec. 1909). Medicus.
Zoon van een wijnhandelaar op de Dam G 29 te Middelburg. Volgde een degelijke vooropleiding bij Van → Lissa, zodat hij met een studietijd van twee jaar aan de Geneeskundige School kon volstaan om op één dag in alle drie de vakken bevorderd te worden (23 oktober 1840). Twee maanden later deed hij opnieuw examen voor marinearts. In oktober 1842 verliet hij de marine en vestigde zich te Hulst. Hier trok de invloedrijke dr. Em. → Vogelvanger echter alle patiënten naar zich toe.
Snijders praktizeerde achtereenvolgens in Terneuzen (1848), Nieuwe Tonge (1850-1867)en ’s-Gravesande (1867-1891). Hij schreef veel artikelen en was actief op medischmaatschappelijk gebied.Belangrijkste werken: De wettelijke bepalingen op de uitoefening van de inwendige geneeskunst voor de heelmeester ten plattelande, Middelburg 1855; De Gemeentewet en de armenartsen, Ned. Tijdschr. v. Geneesk. 1875, nr. 26; De ziekenfondsen in Nederland, hunne gebreken, hunne verbetering, z.j.
LITERATUUR
Nederlands Patriciaat 60 (1974). 355. J. C. de Man. Geneeskundige School I. 125-126.