(Goes 2 mei 1813-Goes 4 maart 1875). Jurist.
Studeerde rechten te Leiden, waar hij op 17 juni 1835 promoveerde op het proefschrift: De judice cantonali. Hij vestigde zich in hetzelfde jaar als advocaat te Goes, waar hij bij K.B. van 8 oktober 1850, no. 30, werd benoemd tot plaatsvervangend rechter in de arrondissementsrechtbank. In 1853 werd hij benoemd tot procureur. Hij heeft als tegenstander van de voorgenomen afschaffing van het Tiendrecht verscheidene brochures geschreven.LITERATUUR
Vrolikhert, Vlissingsche kerkhemel. Van der Baan, Geslacht Hamer. Nagtglas, Levensberichten. N.N.B. W. III.
