(Zierikzee ged. 27 aug. 1713-Zierikzee begr. 28 dec. 1781). Landmeester van Schouwen en sedert 1752 inspecteur van de waterwerken van Schouwen.
Hij geldt als een niet onverdienstelijk kartograaf: in 1745 maakte hij een kaart van Zierikzee en het eiland Schouwen, in 1748 gaf hij een kaart uit van Schouwen en Duiveland. Bij de werken aan het Sas verleende hij Zierikzee onbezoldigd zijn diensten, waarvoor hij in 1752 met een zilveren tabaksdoos werd beloond. Hij heeft een verhandeling geschreven over de vallen in de zeedijken, welke in 1773 door het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen werd bekroond.LITERATUUR
Nagtglas, Levensberichten. Navorscher 1898, 412.
N.N.B. W. III.