(Middelburg 14 maart 1878 - Florence 31 okt. 1950). Letterkundige, zoon van een militair die in 1883 naar Den Haag werd overgeplaatst, en een Zeeuwse moeder.
Na zijn huwelijk in 1902 met de schrijfster Margo Antink (1867-1957) heeft hij, sinds 1912 blijvend, in Italië gewoond. Enkele tientallen jaren heeft hij grote invloed gehad door zijn literaire kritieken. Hij schreef o.a. de dichtbundel Voorhal (1901) en samen met zijn vrouw een groot aantal romans en novellen, o. a. De jeugd van Francesco Campana (1924-1925; 3 dln.) en De nar uit de Maremmen (1927-1929; 3 dln.). In Het verloren paradijs; kinderherinneringen (1949), zijn laatste werk, heeft hij zijn jeugdherinneringen aan Middelburg en ’s Heer-Arendskerke beschreven.LITERATUUR
Dirk Coster, Carel Theodorus Scharten (Jaarboek v.d. Mij. der Nederl. letterk., 1950-1951).