Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BUREAUCRATISERING

betekenis & definitie

Maatschappelijk proces waarbij terreinen van bestuur en organisatie in toenemende mate in de machtssfeer komen van bureaus.

Deze bureaus bezitten een sterk hiërarchisch gelede technisch/administratieve organisatie; kunnen geleidelijk een doel in zichzelf vormen en op gespannen voet staan met de menselijke vrijheid en de (formele) democratische structuren.

Ontaarding van bureaucratieën in deze richting worden wel aangeduid met bureaucratisme.

Bureaucratisering vloeit voort uit de maatschappelijke ontwikkeling, waarin allerlei regelingen door nieuwe eisen en normen (bijv. van efficiëncy) noodzakelijk worden geacht.

Bureaucratisering treedt op bij grote bedrijven en organisaties; de groei van het overheidsapparaat vormt wellicht een van de meest spectaculaire verschijnselen van de moderne verzorgingsstaat. Het is een voortschrijdend proces waarbij zeer vele beroepsbeoefenaren zijn betrokken: ambtenaren en beambten in overheidsdienst, employés in nijverheid en dienstensector.

Het zijn vooral de hogere en middelbare functionarissen die in feite in hun bureaus machtsconcentraties vormen in onze maatschappij.

Crince le Roy spreekt van de Vierde Macht. In 1960 telde Zeeland nog slechts 9700 van deze functionarissen, in 1971 was dit aantal met 71% gestegen tot 16.580.

In het gehele land, waar vooral in het westen de bureaucratisering reeds eerder was begonnen groeide het overeenkomstige aantal in genoemde periode met 56%,

De grootbedrijven die zich in deze periode in de provincie vestigden hadden niet alleen mensen nodig voor de produktie in enge zin en voor ‘het kantoor’ voor correspondentie, administratie, loonuitkering enz., maar ook experts en hulpkrachten voor arbeidsanalyse, voor opbouw en verzorging van de organisatie, medische en maatschappelijke zorg e.d.

De uitvoering van het Deltaplan bracht een niet onbelangrijke versterking van het aantal technische ambtenaren.

De uitbreiding van taken van het provinciaal bestuur bracht met zich mee, dat ook de apparaten van de provinciale griffie en van provinciale diensten groeiden met leidinggevende en beleidsadviserende ambtenaren, die duidelijk hun stempel gingen drukken op de besluitvorming.

Niet in de laatste plaats had ook de gemeentelijke herindeling bureaucratisering tot gevolg: nieuwe grotere gemeenten gingen hun ambtelijk apparaat uitbouwen om beter tegen de nieuwe taken opgewassen te zijn.

De bureaucratie heeft naar haar aard de maatschappelijke ontwikkeling te dienen, zij is geen instrument om te heersen.

Dienen en heersen blijken echter nog wel eens in elkaar over te gaan en kunnen zelfs stuivertje wisselen.

Vooral daar waar de bureaucratie een sterk technische inslag bezit bedreigt het apparaat de individuele creativiteit van degenen die zij heet te dienen, alsmede het mens-kunnenzijn van de werkers in het apparaat zelf (zie ook technocratie).

Vanuit de bevolking worden tegenkrachten gemobiliseerd in de vorm van inspraak en actie, waarbij de overheid buiten de volksvertegenwoordiging om ter verantwoording wordt geroepen.

LITERATUUR

Banning, Machten en Mensen. Van Doorn en Lammers, Moderne sociologie.

< >