Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BOOMVALK

betekenis & definitie

(Falco subbuteo). Kleine roofvogel met lange puntige vleugels en vrij korte staart. Vliegbeeld als een kleine → slechtvalk of een grote→ gierzwaluw.

Grijze mantel, gestreepte onderdelen, roodbruine broek, zwarte baardstreep en witte kin en wangen. Jaagt vooral op kleine vogels en vliegende insecten. Zomervogel die in Afrika overwintert. In vroeger jaren op verschillende plaatsen in Zeeland vrij regelmatige broedvogel. Tegenwoordig is de boomvalk in Zeeland alleen doortrekker in klein aantal in de maanden april tot oktober. → Roofvogels.

< >