Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

BEIAARDKUNST

betekenis & definitie

Mede als gevolg van de invloed van de Chinese cultuur wordt het omstreeks 1310 in Europa gebruik uurwerken te doen vervaardigen terwijl na omstreeks 1350 dergelijke uurwerken in torens worden aangebracht. In 1371 wordt in de toren van de Westmonsterkerk te Middelburg een uurwerk opgesteld waardoor de uurklok telkenmale de juiste tijd kan aangeven.

Lange tijd is verondersteld dat toen ook enkele kleine klokjes bij de uurklok zouden zijn opgesteld. Dit blijkt volgens de jongste onderzoekingen niet juist te zijn. Eerst in 1492 krijgt genoemde toren een uit enkele klokjes bestaande voorslag. Het Middelburgse voorbeeld wordt spoedig door andere Zeeuwse steden gevolgd en zo krijgen Sluis (1395), Aardenburg (in de loop der tijden verdwenen), Veere (1403) hun torenuurwerk. Vermoedelijk zijn toentertijd te Sluis behalve de uurklok tevens enkele andere klokjes aangebracht, tezamen de voorslag vormend. Misschien is deze voorslag het eerste klokkenspel, zij het in primitieve vorm, in het huidige Nederland geweest.

Waarschijnlijk kreeg Veere omstreeks 1465 een voorslag. Tegen het einde van de 15de eeuw en in de loop van de 16de eeuw stellen zo goed als alle Zeeuwse steden zich in het bezit van een dergelijke voorslag die naderhand door uitbreiding van klokkental en opstelling van een speelklavier veelal tot beiaarden van 2 octaven ( = ongeveer 20 klokken) uitgroeit. Zulks vindt plaats te Goes (1500), Axel (1515, naderhand verdwenen), Middelburg (stadhuis ± 1525), Zierikzee (stadhuis 1550-1554; vermoedelijk kregen in de 16de eeuw ook de toren van de Gasthuiskerk en de koepel op de Zuidhavenpoort van die stad een voorslag), Hulst (eind 15de eeuw, in 1562 verbrand en in dat jaar vervangen door een nieuw spel), Arnemuiden (1583, deze klokken komen uit het Vlaamse Rosendale), Vlissingen (1587) en verder Sint-Maartensdijk en Tholen. In laatst genoemde stad wordt in 1590 het klokkenspel van de Onze Lieve Vrouwetoren naar de stadhuistoren overgebracht. In 1594 wordt te Veere een nieuw spel aangeschaft terwijl in hetzelfde jaar de Abdijtoren van Middelburg een eerste beiaard krijgt. De voorslag van de Westmonsterkerk is in 1574 al verdwenen.

Omstreeks 1600 ondergaat devoorslag van Sluis enige vernieuwing terwijl men in Sint Maartensdijk in 1614/1615 een nieuwe beiaard van de Mechelse gieter Peter van den Ghein koopt. In 1621 wordt in Goes een nieuw klokkenspel aangeschaft en in 1627 gebeurt hetzelfde in Tholen waar de Zeeuwse gieter Michael Burgerhuys de leverancier van de klokken is. Samenvattend kan men zeggen dat in de ontstaansperiode van de beiaardkunst, die men rekent te lopen tot ongeveer 1640, zo goed als elke stad in Zeeland een voorslag (soms meer dan een) aanschaft (ook de Grote Kerk te Veere kende een dergelijk instrument), die geleidelijk aan veelal in een beiaard wordt omgezet.Na 1640 spreekt men van de eerste bloeiperiode van de beiaardkunst welke mede een gevolg is van het feit dat de gebroeders François en Pieter Hemony produkten van een hoog zuiverheidsgehalte leveren. Merkwaardigerwijs gaat deze periode zo goed als geheel aan Zeeland voorbij. Slechts Hulst vervangt in 1670-1672 het oude spel door een Hemony-beiaard. Anders ligt dit in de nabloei periode (1680-1790).

Als het Abdijspel van Middelburg verbrandt wordt het in 1714 vervangen door een omvangrijker beiaard van de Amsterdamse gieters Noorden en De Grave. Veere, Vlissingen en Goes vervangen achtereenvolgens in 1735, 1770 en 1787 hun oude spellen door nieuwe en grotere beiaarden van de gieter Van den Ghein. Dergelijke in Zierikzee bestaande plannen vinden geen doorgang. De Middelburgse stadhuisvoorslag alsmede die van de Grote Kerk te Veere verdwijnen in die tijd en hetzelfde geldt voor de voorslagen van de Gasthuiskerk en de Zuidhavenpoort te Zierikzee.

De tijd van 1790-1890 vormt althans voor Nederland een periode van verval waarin ook Zeeland haar aandeel heeft. Vanaf omstreeks 1850 moet het spel van Veere het zonder speeltafel stellen en klinken de klokken slechts automatisch. De beiaard van Hulst verbrandt in 1876 en wordt niet vervangen. Het spel van Goes raakt een tijdlang in het ongerede en eerst na 25 jaar wordt het weer mogelijk dat een beiaardier er speelt. De Sint-Maartenskerk van Arnemuiden wordt afgebroken en in 1885 worden de klokken van de Van den Ghein-voorslag aan het Rijksmuseum te Amsterdam verkocht. De beiaarden van Sint-Maartensdijk en Tholen geraken geheel verwaarloosd.

Een lichtpunt zijn de tijdige onderhoudsbeurten van de Middelburgse beiaard die tevens met enkele Taylor-klokjes wordt uitgebreid terwijl deze stad via haar beiaardier J.F. Klein goede contacten met de beiaardkunst in Schotland, met name Aberdeen, onderhoudt.

Door toedoen van de Mechelse stadsbeiaardier Jef Denijn ontstaat er tegen het einde van de 19de eeuw een hernieuwde en grote belangstelling voor de beiaardkunst die weldra in Vlaanderen en Nederland zijn invloed ten goede doet keren zodat men tot 1940 spreekt van het tijdperk der wedergeboorte van de beiaardkunst. In vergelijking met andere provincies zijn de gebeurtenissen in Zeeland in deze periode niet erg talrijk. Slechts de beiaarden van Goes en Middelburg alsmede de voorslag van Sluis worden, indien nodig, hersteld en als in 1911 de Vlissingse beiaard verbrandt, wensen B en W van die stad geen klokkenspel terug, hetgeen door de gemeenteraad wordt voorkomen zodat in 1914 een drie-octaafs spel van de Engelse gieter Taylor kan worden opgesteld in de herbouwde toren. In 1927 wordt de Van den Ghein-voorslag uit de stadhuistoren van Zierikzee verwijderd en in het Gemeentemuseum opgesteld. Ervoor in de plaats komt een twee-octaafs spel van Taylor.

In 1931 worden in Hulst plannen gemaakt om de Sint-Willibrordustoren wederom van een klokkenspel te voorzien.

In de oorlogsjaren 1940-1945 geraakt Zeeland zo goed als beiaardloos. In mei 1940 versmelten de klokken van de Abdijtoren te Middelburg en aldus verliest Nederland zijn enige Noorden en De Grave-beiaard. In 1944 wordt de oude voorslag van Sluis vernield. De spellen van Zierikzee, Goes, Tholen, Sint-Maartensdijk en Vlissingen worden gevorderd. Alleen de Beiaard van Veere blijft behouden terwijl door ingrijpen van dr. J.J.

Westendorp Boerma en mevrouw G. Westendorp Boerma-Schlosser de oude Van den Ghein-voorslag van Zierikzee van vordering gevrijwaard blijft.

Na de bevrijding in 1945 begint een tweede ongekende bloeiperiode van de beiaardkunst waarin Zeeland ten volle haar aandeel heeft. De spellen van Goes, Sint-Maartensdijk, Tholen en Zierikzee keren terug doordat het schip waarin de klokken zich ter versmelting bevonden op onverklaarbare wijze in het IJsselmeer zonk. De beiaard van Zierikzee wordt in 1947 heropgesteld hetgeen in 1949 eveneens met het spel van Goes gebeurt dat daarbij tegelijkertijd door Van Bergen op 47 klokken wordt gebracht. In 1949 wordt de beiaard van Veere door Petit & Fritsen gerestaureerd die het klokkental op 36 brengt en wederom een stokkenklavier aanbrengt. De spellen van Sint Maartensdijk en Tholen worden achtereenvolgens in 1954 en 1957 door Eijsbouts heringericht en elk op 35 klokken gebracht. Over het resultaat van de aanpassing van de nieuwe klokken aan de oude van beide laatst genoemde spellen wordt verschillend geoordeeld.

In 1951 zingt de Sint Jacobstoren van Vlissingen weer; deze keer met 47 klokken van Petit & Fritsen. De Abdijtoren van Middelburg krijgt in 1954 een beiaard van 49 Van Bergen-klokken (de grootste klok in dit spel is nog van Noorden en De Grave; zij werd wegens scheuring in 1940 gelast); deze wordt daarmee Zeelands grootste klokkenspel. De uit 1931 stammende plannen te Hulst worden in 1958 verwezenlijkt als Petit & Fritsen een drie-octaafs beiaard levert en opstelt. In 1960 levert Eijsbouts een drie-octaafs beiaard voor het Belfort van Sluis welk spel in 1963 een stokkenklavier krijgt en daardoor een volledig muziekinstrument wordt. In 1963 wordt de stadhuisbeiaard van Zierikzee door Eijsbouts gerestaureerd en op 36 klokken gebracht. In 1965 komt er in Vlissingen een tweede beiaard en wel in de juist gereed gekomen nieuwe stadhuistoren waarin Eijsbouts 47 klokken opstelt die geschonken zijn door de N.V.

Kon. Mij. De Schelde.

In de jaren 1964 en 1966 ontstaat de beiaard van Axel. In de stadhuistoren van die stad plaatst Petit & Fritsen een drie-octaafs spel. In 1969 wordt de beiaard van Goes ingrijpend gerestaureerd. Bij 4 bestaande klokken giet Eijsbouts 43 nieuwe terwijl deze firma tevens de inrichting geheel vernieuwt.

Met 11 beiaarden (dat wil dus zeggen volledige muziekinstrumenten) komt Zeeland provinciaal gezien na Zuid-Holland, NoordBrabant, Noord-Holland, Gelderland en Overijssel op de zesde plaats. De omvangen van de 11 Zeeuwse beiaarden volgens hun absolute toonhoogten zijn als volgt:

Axel, stadhuistoren, P (115 kg)-g2-a2-chromatisch-f5, 35 klokken.

Goes, Maria Magdalenatoren, f1 (± 900 kg)g‘-a‘-chromatisch-f5, 47 klokken.

Hulst, Sint Willibrordustoren, a1 (470 kg)b'-chromatisch-a4, 36 klokken.

Middelburg, Abdijtoren, g° (± 6000 kg)-a°b°-chromatisch-a4, 49 klokken.

Sint Maartensdijk, NH-Kerktoren, a1 (± 650 kg)-b'-cis2-chromatisch-a4, 35 klokken. Sluis, Belfort, f' (980 kg)-bes'-c2-d2-chromatisch-c5, 38 klokken.

Tholen, stadhuistoren, bes' (340 kg)-c2-d2chromatisch-bes4, 35 klokken.

Veere, stadhuistoren, as' (± 550 kg)-bes‘chromatisch-as5, 48 klokken.

Vlissingen, Sint Jacobstoren, d' (1721 kg)e'-fis'-chromatisch-g5, 47 klokken. Zierikzee, stadhuistoren, c2 (272 kg)-d2chromatisch-c’, 36 klokken.

Van de acht Zeeuwse voorslagen (alleen automatisch spelende spelletjes wier klokkental varieert van 4 tot 18) valt het volgende mee te delen:

De uit de jaren 1550-1554 daterende Van den Ghein-voorslag te Zierikzee volgens de reeks d'-a'-b'-cis2-d2-e2-fis2-g2-a2-b2-cis3-d3, (13 klokken), is in 1964 uit het Gemeentemuseum verwijderd en in de Zuidhavenpoort opgesteld. Deze voorslag is het oudste nog bestaande klokkenspel van Nederland.

In 1964 kocht men te Arnemuiden voor de NH-kerktoren een Westminster-voorslag volgens de reeks a2-d3-e3-fis3 die daarvoor in de plaats de Van den Ghein-voorslag opstelde welke men van het Rijksmuseum te Amsterdam terug verkregen had. Deze, volgens de reeks gis2-ais2-c3-cis3-d3-dis3-P-fis3-g3gis3-ais\ werden eveneens in de NH-kerktoren aangebracht. Hiervan zijn de cis’ en ais3 nieuwe door Eijsbouts vervaardigde klokken.

De stadhuistoren van Goes werd in 1969 voorzien van 11 bij de restauratie van de Maria Magdalena-beiaard vrijgekomen Van den Ghein-klokjes waartoe ook de oude speeltrommel naar de stadhuistoren werd overgeplaatst. Hier betreft het de reeks d3(28 kg)-g3-a3-b3-c4-cis4-d4-e4-fis4-g4-a4.

In 1953 werd de stadhuistoren van IJzendijke voorzien van de reeks as2 (75 kg)-bes2-c3des3-es3-P-g3-as3(8 klokken).

Het torentje op het stadhuis van Brouwershaven kreeg in 1954 een door Eijsbouts gegoten Westminster-voorslag volgens de reeks c2 (300 kg)-P-g2-a2,. In 1954 eveneens werd op de RK-kerk te Schoondijke een door Petit & Fritsen gegoten voorslag geplaatst, terwijl de NH-kerktoren te Groede 4 klokken kreeg op basis e2 (132 kg).

In 1965 werd bij het raadhuis van ’s-Heer Arendskerke een spelletje van 14 klokken opgesteld volgens de reeks P (35 kg)-g3-a3chromatisch-gis4.

Deze klokken zijn door Eijsbouts gegoten. Met het totaal aantal klokkenspellen, dus beiaarden en voorslagen tezamen, komt Zeeland provinciaal gezien na Zuid-Holland, Noord-Brabant, Noord-Holland, Gelderland, Overijssel en Utrecht, op de zevende plaats.

LITERATUUR

R. de Jong e.a., Zingende torens.

< >