Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Anton Carl Frederik KOCH

betekenis & definitie

(’s-Gravenhage 17 juli 1923). Historicus.

Zoon van C.F.J.M. → Koch. Studeerde geschiedenis te Gent (1942-’46) en te Utrecht (1946-M7). Diploma wetenschappelijk archiefambtenaar I (1947). Promoveerde te Gent bij F.L. Ganshof op ‘De rechterlijke organisatie van het graafschap Vlaanderen tot in de 13e eeuw’ (Antwerpen-Amsterdam 1951) waarin ook aandacht voor Zeeuws-Vlaanderen. Assistent bij Universiteitsbibliotheek te Leiden (1948-’49); gemeentearchivaris van Deventer (1949-’73); bibliothecaris van de Stads-of Atheneumbibliotheek aldaar (1949-’80), die in deze periode werd vernieuwd tot een wetenschappelijk instituut met groot regionaal bereik.

Publiceerde over institutionele geschiedenis, oorkondenleer en stadsontwikkeling, over moderne devotie, boekdrukkunst, Erasmus en Reformatie. Bezorgde historische tekstuitgaven w.o. het ‘Oorkondenboek van Holland en Zeeland tot 1299’ dl. I (’s-Gravenhage 1970); ook ‘Opmerkingen over middeleeuws Walcheren vóór de 13e eeuw, in A.Z.G. 1958. Werd in 1976 benoemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Woont thans te Deventer.

< >