Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

ANTI-ANNEXATIEBEWEGING

betekenis & definitie

Beweging gericht tegen Belgische annexatie-eisen na W.O. I.

Ofschoon Nederland niet aan de Eerste Wereldoorlog deelgenomen had, werden er op de vredesbesprekingen te Parijs toch aanspraken op delen van het Nederlandse grondgebied gemaakt. België wilde namelijk Zeeuws-Vlaanderen en ZuidLimburg aan haar gebied toegevoegd zien, om eventuele buitenlandse agressie in de toekomst beter het hoofd te kunnen bieden. De Belgische regering achtte deze eis gerechtvaardigd door de omstandigheid dat België als zwaarst getroffen land uit de oorlog tevoorschijn gekomen was.Reeds in 1914 was er sprake van een dreigend verlies van het voormalige StaatsVlaanderen, toen Engeland liet weten dat, als Nederland in zijn neutraliteit zou volharden, Zeeuws-Vlaanderen na de oorlog als schadeloosstelling aan België toegewezen zou worden. Voor de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, jhr. J. Loudon, was dit dreigement geen reden de opheffing van de neutraliteitspolitiek te overwegen. De oorlog maakte immers het afhandelen van de kwestie vooralsnog onmogelijk. Na de oorlog bleek Engeland zijn dreigement vergeten, doch nu kreeg de Nederlandse regering te maken met de Belgische annexatie-eisen, die in 1919 op de Parijse vredesconferentie ter tafel werden gebracht.

Jhr. H. van Karnebeek, de opvolger van Loudon, had dit reeds zien aankomen.

Zodra de wapenstilstand in november 1918 was getekend stelde hij alles in het werk om de bondgenoten van België gunstig ten opzichte van Nederland te stemmen. Aanvankelijk viel dit niet mee, omdat de aan Duitse troepen gegeven toestemming ongewapend door Zuid-Limburg naar huis terug te keren, bij de Geallieerden verkeerd gevallen was. Ook de aanwezigheid van de Duitse keizer te Doorn deed de Nederlandse zaak geen goed. Desondanks wist Van Karnebeek door zijn diplomatieke inspanningen al snel steun voor het Nederlandse standpunt te verwerven.

De bevolking van de door België opgeëiste gebieden liet weer eens duidelijk haar mening horen. In Zeeuws-Vlaanderen werden in vrijwel alle plaatsen anti-annexatie comité’s opgericht, die onderling wedijverden in uitingen van vaderlandse orangistische gevoelens.

De door deze comité’s belegde vergaderingen werden druk bezocht, zoals o.a. blijkt uit de verslagen van de Middelburgsche

Courant in die jaren. Talloze petities en protesttelegrammen tegen de inlijving werden op initiatief van deze verenigingen naar koningin en regering gezonden.

Voorman in de strijd tegen de annexatie was de Aardenburgse predikant J.N. → Pattist, die als voorzitter van het Zeeuwsch-Vlaamse anti-annexatie-comité optrad en in die functie ook vele toespraken voor de plaatselijke vergaderingen hield. Van zijn hand verscheen een brochure waarin hij trachtte aan te tonen dat de Zeeuwsvlamingen hechte historische banden met Nederland hadden. Tevens schreef hij samen met J. Vreeken de tekst voor het Zeeuwsvlaamse volkslied ‘Van d’Ee tot Hontenisse’, dat als strijdlied tegen het Belgische annexionistisch streven dienst deed.

Hoe eensgezind de Zeeuwsvlamingen tegen een inlijving bij België gekant waren, blijkt misschien het best uit de door bijna alle volwassen inwoners ondertekende petitie, die begin februari 1919 tijdens een gecombineerde Zeeuwsvlaamse en Zuidlimburgse demonstratie te Den Haag aan koningin Wilhelmina aangeboden werd. Een maand later op 5 maart, bracht de koningin nog een bezoek aan het bedreigde stukje Zeeland. Hiermede kan de periode van de anti-annexatiebeweging als afgesloten worden beschouwd, want de volgende dag kwafn uit Parijs het bericht dat de Belgische eisen door de Geallieerden niet gesteund zouden worden, zodat inlijving niet meer tot de mogelijkheden behoorde.

LITERATUUR

Pattist, Zeeuwsch-Vlaanderen Nederlandsch. De Hullu, Zeeuwsch- Vlaanderen Noord-Nederlandsch gebied. G.A. de Kok, Geen dierder plek. Willemsen, Het Vlaamse nationalisme. Boas, Belgisch annexionisme. Algemeen Nederlandsch Verbond, The campaign.

< >