Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

ANNA-FRISOPOLDER

betekenis & definitie

Polder in de gemeente → Wissenkerke (Noord-Beveland), aan de Oosterschelde; aangesloten bij het → Waterschap Noord-Beveland (opgericht 1959), thans → Waterschap Noord- en ZuidBeveland; oppervlakte ca. 112 ha; hoogteligging gemiddeld l,0m + N.A.P. De afwatering geschiedt via het gemaal in de → Jacobapolder.

De bedijking van de Anna-Frisopolder kwam gereed in 1747 (oorspronkelijke oppervlakteca. 129 ha). De polder, die behoorde tot de heerlijkheid Kampensnieuwland, is waarschijnlijk genoemd naar de echtgenote van Prins Willen IV, Anna van Hannover en tevens naar hemzelf (Friso was een van zijn voornamen); het bedijkingsjaar was ook het jaar dat de prins erfstadhouder werd.

De Anna-Frisopolder was calamiteus van 1878 tot 1978 en vormde één calamiteuze waterkering met de polders → Onrust en → Jacoba.

Tot 1959 behoorde Anna-Friso tot het uitwateringswaterschap Heer Jansz c.a. (opgericht 1879).

De polder heeft zeer te lijden gehad van vallen en afschuivingen; de grootste oeverval aan de polder had plaats in 1908; de zandverplaatsing bedroeg ca. 450.000 m3.

LITERATUUR

De Bruin en Wilderom, Tussen afsluitdammen.

< >