Collectieve benaming van alle rechten, bevoegdheden, voordelen, die aan het ambachtsheerlijk gezag verbonden waren (→ Ambacht). Behalve de → regalia rekende men ook andere rechten, wel oneigenlijke ambachtsgevolgen genoemd, hiertoe.
Het onderscheid is niet steeds duidelijk. Soms werden rechten, die de ambachtsheer uit anderen hoofde had verkregen, door het gebruik aan de ambachtsheerlijkheid gehecht en dan als ambachtsgevolgen aangemerkt. Men sprak ook wel van ‘accrochementen’.
Tot de ambachtsgevolgen konden o.m. behoren het innen van brug- en veergelden, tollen en tienden, het recht van molendwang, het visrecht, het recht van zwaandrift, het jachtrecht, het patronaatsrecht, recht van vogelarij en aanwas.
LITERATUUR
De Blécourt, Kort begrip. De Monté Verloren, Hoofdlijnen.