Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

Gepubliceerd op 24-11-2020

Albertus STAVERMAN

betekenis & definitie

(Amsterdam 4 april 1879-Vlissingen 19 juli 1953). Medicus.

Studeerde medicijnen in Amsterdam en vestigde zich in 1908 als chirurg te Vlissingen. Hoewel → Ramselaar zich in 1933 als chirurg in Zeeuws-Vlaanderen vestigde, bleef Staverman praktizeren in Oostburg. Wanneer Breskens bij mist niet met de veerboot bereikbaar was, charterde hij een sleepboot.Naast zijn praktijk was hij actief in de politiek: werd lid van de Vlissingse gemeenteraad en van Provinciale Staten. Staverman was snel, emotioneel van karakter, gevat in zijn antwoord en muzikaal. Zo organiseerde hij huisconcerten, waarbij hij de coryfeeën van Nederland wist aan te trekken o.m. Jo Vincent. Door de zeer selecte vriendenkring ‘De twaalf Apostelen’ (opgericht door personeel van de Kon. Mij. ‘De Schelde’), werd hij al vroeg tot het lidmaatschap uitgenodigd.

Hij organiseerde voor deze maatschappij op perfecte wijze een ongevallendienst. In zijn uitgebreide praktijk trok Staverman medewerkers en assistenten aan, met wie hij de verworvenheden van de heelkundige wetenschap besprak; bovendien onderhield hij goede contacten met de huisartsen, die voor de ondankbare taak gesteld waren de tot conservatisme neigende Zeeuwen te overreden tot een consult bij een chirurg. Voor de Tweede wereldoorlog maakte menig huisarts zich met een dergelijk advies gevreesd en zelfs onsympathiek, reden voor Staverman om de huisartsen steeds hoog te waarderen.

LITERATUUR

Nieuw Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde 1953. 230 v.v.

< >