(Sneek ± 1664-Amsterdam nov. 1731). Werd op 12 augustus 1694 als predikant bevestigd te Midwolde en de Leek, op 12 maart 1702 te Sluis, waar hij in onenigheid geraakte met zijn ambtgenoot Johannes van Leeuwen, waarbij de meerderheid van de classis en de kerkeraad zijn zijde koos.
In mei 1715 wijdde hij te Waterlandkerkje de nieuwe kerk in, de vorige was door de Fransen verwoest (1708). In 1730 brandde het weeshuis van Sluis af; op collectereis voor de heropbouw van het gebouw stierf hij te Amsterdam.Van hem is verschenen: Lijkrede op het afsterven van den generaal Frederik Nicolaas baron Fagel (Middelburg 1718).
LITERATUUR
Biographisch Woordenboek Prot. godgeleerden III. Van Alphen, Kerkelijk Handboek, 1909, Bijlage 148; 1914, Bijlage, 159. N.N.B. W. VI. Adriaanse, De familie Hattinga.
