Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

STUERS, VICTOR EUGÉNE L. DE

betekenis & definitie

(Maastricht 1843-Den Haag 1916), Nederlandse kunsthistoricus; hier opgenomen omdat een door hem aangekaarte Brabantse zaak direct de oprichting van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg tot gevolg had. De Stuers was in 1873 op uitnodiging van zijn broer Alphonse in Londen, waar hij in het South Kensington Museum het pas aangekochte oxaal, de monumentale koorafsluiting, afkomstig uit de St.

Janskathedraal van Den Bosch aantrof. Naar aanleiding hiervan publiceerde hij in de Gids zijn beroemd geworden artikel „Holland op zijn smalst”. Hierin schreef hij: „Het oxaal was in renaissancestijl van het laatst der XVIe eeuw gebouwd. Welnu, een vijftal jaren geleden is dit juweeltje op persoonlijken aandrang van den bisschop van ’s-Hertogenbosch die in de zaken der St. Janskerk oppermachtig schijnt te zijn gesloopt en publiek in de dagbladen te koop aangeboden! Men zegt dat de afbraak 2000 gulden gekost, en dat de verkoop 1200 gulden opgebracht heeft. Deze slooping is gevolgd geworden door die van het fraaije groot altaar, waarvan de verkoop 110 gulden opbracht.” Het directe gevolg was dat een jaar daarop bij K.B. het College van Rijksadviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en Kunst werd opgericht.

De Stuers werd door de minister benoemd tot secretaris daarvan. Van 1875 tot 1901 was jhr. mr. De Stuers hoofd van de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het Departement van Binnenlandse Zaken. Later had hij nog zitting in de Tweede Kamer voor het zuiden. Hij was medestichter van het Rijksmuseum in Amsterdam, waar ook diverse Brabantse monumentale stukken werden ondergebracht.Bron: Victor de Stuers, Holland op zijn smalst.

< >