Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

Gepubliceerd op 20-10-2020

STRIJEN, KASTEEL

betekenis & definitie

kasteelruïne te Oosterhout. Alleen een 7 m. hoog hoekstuk staat nog overeind in het noorden van Oosterhout.

Reeds in de 16de eeuw werd dit eens zo machtige en grootse kasteel op de grens van het hertogdom van Brabant en het graafschap Holland verwoest. Het is er vanaf die tijd als ruïne blijven staan, totdat het geleidelijk aan verder werd gesloopt. Het is het oudste restant van een bovengronds kasteel in Brabant. Het stamt uit de 13de eeuw, toen het kasteel gebouwd werd op een rechthoekig grondplan.Het was omstreeks 1288, aldus een beschrijving „omstreeks de slag bij Woerdinge doe men den toirne ende zale ende kapelle ende alle die woninge dair maeckte”.

Tussen 1710 en 1711 werd het restant voor een belangrijk deel opgeruimd. De in 1885 geconserveerde bouwval heeft nog door segment- en rondbogen ontlaste vensters.

Nog omstreeks 1880 lag er een beukenbos bij, waaraan het de naam „Slotbossetoren” te danken heeft. Toen ook leidde er een „schone brede laan met het naamcijfer der prinsen of het afsluithek” heen. En via een eikenbosje kwam men dan in een tweede beukenlaan. Ook van de slotgracht is niet veel meer over.

Uit verschillende verklaringen omtrent de landscheiding tussen Brabant en Holland blijkt, dat Willem van Strijen hier een nieuw huis heeft getimmerd, met muur en toren, zaal en kapel. Het stond juist op de grens van Brabant; de weg die er langs liep was reeds Hollands en het verhaal ging zelfs dat de kapel zo was gebouwd, dat het altaar op Hollands en de zitplaats van de heer op Brabants grondgebied stond.

De grenslijn liep dwars door het kasteel, zoals ook blijkt uit een getuigenis uit 1388, waarin gezegd wordt, dat de grens tussen Brabant en Holland ligt tot op het kasteel van Strijen, maar wel bepaaldelijk „dat dat huys tot Strijen dat men dat huys tot Oesterhout hyet, staen soude eendeels in Hollant ende eendeels in Brabant”. Het ging toen om de „paelscheydinge van Hollant ende Brabant”. Oudtijds was het riviertje De Strijene de scheiding tussen het hertogdom en het graafschap.

Strijen was een machtig graafschap. Het bevatte behalve het landschap Strijen en de heerlijkheid van Strijen ook de baronie van Breda, het land van Zevenbergen, Geertruidenberg, het markiezaat van Bergen op Zoom en Klundert. „Het graafschap van Strijen werd van oudsher als een vrijleen bezeten, zonder dat de Graaf van eenigen anderen Vorst afhankelijk was. Men wil dat Strijen omtrent den aanvang der twaalfde eeuw verdeeld geworden zij en den titel van Graafschap verloren hadde. Het land van Strijen is onder Holland geraakt. Het overige gedeelte van dat Graafschap, het Land van Breda geheten, waaronder toen het Land van Bergen op Zoom ook begrepen was, is onder Brabant gekomen.” Het kasteel werd in de 14de eeuw nog uitgebreid. Het goed kwam in die tijd aan de Van Polanens, waardoor Oosterhout met Strijen bij de Baronie van Breda kwam.

Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten werd het kasteel belegerd en ingenomen. Het slot werd leeggeroofd en afgebrand. Sindsdien is het als bouwval blijven liggen. Toch was er eerst beduidend meer van het kasteel over, dan nu het geval is. In het begin van de 18de eeuw werd een gedeelte voor afbraak verkocht. De fundamenten werden uitgegraven.

Hierbij werd zelfs gebruik gemaakt van buskruit. De kasteelruïne had een grondplan van 8x9 meter. Boven de kelder waren er nog zes verdiepingen. In grote hoeveelheden werden de stenen van het kasteel weggevoerd, en dat bleef zo het geval, totdat in 1714 op verzoek van de regering van Oosterhout althans het overgebleven muurwerk van de grote toren werd gespaard. Een kleinere werd aan de sloping prijsgegeven. De ruïne werd geconserveerd en in 1884 door het Domeinbestuur aan het Departement van Binnenlandse Zaken overgedragen.

De Slotbossetoren is een rijksmonument. Bron: A. van Oirschot, Middeleeuwse kastelen in Noord-Brabant, 1981.

< >