(Tilburg 1896-1967), vestigde zich na rechtenstudie in Tilburg, begon in 1919 met professionele secretariaatsvoering t.b.v. ondernemers en bestuurders; werd in 1922 secretaris van de nieuwe Kamer van Koophandel en Fabrieken (opgericht 1842) te Tilburg, later algemeen secretaris van de K. v. K.
Midden-Brabant. De gemeenschappelijke behuizing van de Kamer en de Vereniging van Tilburgsche Fabrikanten van Wollenstoffen leidde tot nauwe samenwerking. In 1930 moest het secretariaat dusdanig worden uitgebreid, dat een adjunct-secretaris werd benoemd. Er ontstond een relatie met de Federatie van Nederlandse Schoenfabrikanten, met de Algemene Vereniging voor Wolhandel en Industrie in Nederland, waarvan mr. Van Spaendonck ook secretaris werd. Geleidelijk aan werd naast het secretariaat t.b.v. andere organisaties en besturen Bureau van Spaendonck een begrip.
Mr. Van Spaendonck werd voor de oorlog secretaris van het Curatorium en van de Raad van Toezicht van de R.K. Handelshogeschool te Tilburg, de latere Katholieke Economische Hogeschool, thans Katholieke Universiteit Brabant, die hem na de oorlog een eredoctoraat zou aanbieden. Mr. dr. Van Spaendonck was herhaaldelijk afgevaardigde op internationale wolcongressen, o.m. in Basel, Boedapest, Rome, Berlijn, Parijs en Amsterdam. Hij was ook de stimulator van het oprichten van het carillon in de kerk van het Heike te Tilburg.Van Spaendonck was commandeur in de Orde van Oranje Nassau, commandeur in de Orde Leopold II van België, commandeur in de Orde van St. Gregorius; commandeur in de Orde van Luxemburg; kreeg de zilveren penning van de provincie Noord-Brabant en de gouden legpenning van de stad Tilburg.
Zie ook: Spaendonck, Bureau Van.