(Maasbracht 1905-Dommelen 1976), schilder, glazenier; behaalde akte tekenen aan de Academie te Tilburg, zette zijn studie voort aan het Instituut Piersma te Amsterdam en aan de Academie voor Beeldende Kunsten aldaar bij Roland Holst, waar hij met Charles Eyck samenwoonde en -werkte in het oude atelier van Breitner. In deze jaren maakte hij voor Joan Collette ramen en oefende zich tevens in het wandschilderen; vervolgde zijn studie in Parijs aan de Académie des Beaux Arts en in Düsseldorf aan de Academie voor Beeldende Kunsten.
In 1935 vestigde hij zich in Ottersum, later in Gennep. Hij maakte vele werken samen met Matthieu Wiegman (Amsterdamse Rozenkranskerk), met Jean Adams (wandschilderingen) en met Charels Eyck (kerkschilderingen). Naast werk in kerken en grote gebouwen (vooral in Limburg) is er werk van hem te vinden in Brabant (St. Gerarduskerk te Oss, glasraam in Tilburgs Missiehuis, de Liga-fabrieken te Roosendaal en een school in Valkenswaard).Smeets werd ook bekend door zijn techniek van tegeltableaus, zijn grafisch werk (houtsneden, Exlibris, gelegenheidsgrafiek, boek- en tijdschriftomslagen), ontwerpen voor wandkleden en vaandels, meubel- en binnenhuiskunst en borden en door zijn schilderwerk. In 1941 kreeg Smeets de leiding over de sierkeramische werkplaats in Tegelen en nog lang nadien was hij esthetisch adviseur en ontwerper voor Russel-Tiglia. Hij was medeoprichter van het kunsthandwerksbedrijf Edel Ambacht te Tegelen en adviseur van het Centraal Orgaan van het Scheppend Ambacht in Delft, Scheppend Ambacht van Limburg en van het Brabants Edelambacht.
In 1950 werd Smeets directeur van de Middelbare Kunstnijverheids(avond)school in Eindhoven, die onder zijn leiding uitgroeide tot de eerste Academie voor Industriële Vormgeving, gestart op 1 sept. 1955. In 1953 werd hij adviseur van Cosa, in 1961 volgde een opdracht van het ministerie voor Suriname en de Nederlandse Antillen; in 1964 verwierf hij de B.K.I.-prijs; in 1970 werd hij gepensioneerd. Publ.: De Pottenbakker en het Werk zijner handen, Hoe richten wij onze woning in, Het Scheppend Ambacht in deze tijd, Rapport onderwijs en opleidingen voor Industriële Vormgeving in Amerika, 45 Studies over beeldende vorming „Ornament, Teken en Symbool”?
Bron: P. A. Scheen, Lex. 64, Brabantia 1955.